Prijsuitreiking

Wetenschapshistoricus Robert-Jan Wille: ‘Langerhuizen Bate laat droom in vervulling gaan’

Wetenschapshistoricus Robert-Jan Wille: ‘Langerhuizen Bate laat droom in vervulling gaan’

De Langerhuizen Bate 2024 is toegekend aan de Utrechtse wetenschapshistoricus dr. R.B. (Robert-Jan) Wille. Het stipendium stelt Wille in staat onderzoek te doen naar de wetenschappelijke bestudering van een relatief onbekende luchtlaag: de mesosfeer. Volgens Wille moet de vroege aandacht voor de mesosfeer geïnterpreteerd worden tegen de achtergrond van de geopolitiek van halverwege de twintigste eeuw.

Rond 1900 ontdekten Duitse en Franse wetenschappers dat de atmosfeer is opgebouwd uit meerdere luchtlagen. Wij leven in de troposfeer. Daarboven bevindt zich de stratosfeer, en daarboven, op een hoogte van 50 kilometer tot 80 à 85 kilometer, de mesosfeer.
De term ‘mesosfeer’ werd in 1950 gemunt door de Britse wiskundige, astronoom en geofysicus Sydney Chapman. Rond de Tweede Wereldoorlog was het hard gegaan, vertelt Wille. ‘In de oorlog wisten de Duitsers met hun V1- en V2-raketten voor het eerst de laag te bereiken die later de mesosfeer werd genoemd. Maar ze drongen ook meteen door tot de laag daarboven, de thermosfeer. Als gevolg van de ruimtewedloop in de Koude Oorlog, met de lancering van de eerste Russische Sputnik-satelliet in 1957, ging de aandacht in latere decennia vooral uit naar de thermosfeer en de ruimte daar weer boven. De mesosfeer is altijd een beetje een onhandige laag geweest: te laag voor satellieten, maar te hoog voor bijvoorbeeld weerballonnen en vliegtuigen.’
Als wetenschapshistoricus is Wille geïnteresseerd in de context waarin natuurwetenschappelijk onderzoek tot stand komt. ‘Wetenschappers doen hun werk niet alleen uit een zuivere wil om te weten’, zegt hij. ‘Er spelen ook andere factoren een rol.’
Welke dat kunnen zijn, illustreert Wille aan de hand van het voorbeeld van de mesosfeer. ‘Tót in de jaren 50 de ruimterace begon, was de mesosfeer de hoogste luchtlaag die we konden bereiken’, vertelt hij. ‘Onze kennis van de mesosfeer is daardoor nauw verbonden met militaire wapentechnieken. De Duitse V2-raketten uit de Tweede Wereldoorlog, de ruimterace van de jaren 50 en 60… Dié verhalen zijn bekend. Maar het meteorologische verhaal is nog niet goed verteld. Dat komt doordat we een tweedeling maken: meteorologen houden zich bezig met weer en klimaat, en astronomen, astrofysici en raketingenieurs met de ruimte. Waar ik nieuwsgierig naar ben, is de samenwerking tussen die twee groepen.’
Wille wil het ontstaan van een globale infrastructuur van wetenschappen in beeld brengen. ‘Hoe kunnen wetenschappers überhaupt samenwerken? Ik vind dat zo knap. Klimaatsceptici hebben vaak kritiek op foute modellen. Ik zie vooral een verhaal over hoe landen ondanks oorlogen met elkaar konden samenwerken en in staat zijn geweest met zoveel verschillende disciplines tot een coherent verhaal te komen over waar we naartoe gaan, met zijn allen.’

Robert Jan Wille, winnaar van de Langerhuizen Bate

Het Hoge Noorden
Voor zijn project over de mesosfeer baseert Wille zich op tijdschriftonderzoek, correspondenties en interviews. Het geld van de Langerhuizen Bate (maximaal € 25.000) stelt Wille onder meer in staat onderzoek te gaan doen in Fairbanks in Alaska, waar de brieven van Sydney Chapman bewaard worden, en in het archief van het meteorologisch instituut van de Universiteit van Stockholm. Ook hoopt hij de Europese raketbasis in Kiruna en de Noorse raketbasis op het eiland Andøya te bezoeken, waar hij het meteorologische personeel van deze ruimtestations wil interviewen.
‘Die reis naar Alaska, dat was een droom, en die wordt nu werkelijkheid’, zegt hij enthousiast. Hoewel hij nog wel even goede afspraken moet maken met zijn gezin, hoopt hij deze zomer, na een conferentie in Noord-Finland, alvast een eerste bezoek aan Noord-Zweden of het archief in Stockholm te brengen. De reis naar Alaska zou hij graag willen laten samenvallen met het noorderlicht. Al is dat natuurlijk wel in de wintermaanden. ‘Fairbanks in november’, mijmert hij hardop, ‘hoe zou dat zijn?’
Dat het archief in Stockholm waarschijnlijk hoofdzakelijk Zweedse documenten bevat, ziet Wille niet als obstakel. ‘Dat is in deze tijd steeds minder een probleem. Ik heb al eerder met de gedeeltelijk in het Deens geschreven dagboeken van Alfred Wegener gewerkt. En met vertaalsoftware is er van alles mogelijk. Daardoor is het nu voor het eerst ook mogelijk om een geschiedenis te schrijven waarin heel veel landen samenkomen.’
Zijn doel is om een toegankelijk boek te schrijven voor een groot publiek, dat over drie jaar in de winkel ligt. Niet alleen een boek over de mesosfeer, maar ook over het ontstaan en de onderlinge verbondenheid van klimaatwetenschap en ruimtewetenschap tegen de achtergrond van de geopolitiek van het midden van de twintigste eeuw.
Als historicus schrikt Wille inmiddels niet meer terug voor wat natuurwetenschappelijk jargon. ‘In het begin hield ik me bezig met de evolutionaire biologie, iets wat intuïtief nog wel te volgen is. Maar nu zit ik in de fysica, wat mij soms ook wel eens boven de pet gaat. Dan moet ik flink mijn best doen om het te begrijpen.’ Gaandeweg is hij door veel te lezen expert geworden in de negentiende-eeuwse natuurwetenschap. ‘Dat is niet van de ene op de andere dag gebeurd’, bekent hij. ‘Ik was in het begin vrij onzeker, als historicus naar natuurwetenschappers toe.’ Hij lacht. ‘Naarmate je er meer over leest, kom je erachter dat natuurwetenschappers gewoon mensen zijn. Ze spreken misschien een andere taal, maar dat is een taal die je gewoon kunt leren, net als Italiaans.’
Wille vindt het leuk om met natuurwetenschappers samen te werken. ‘Een van mijn missies is om studenten natuurwetenschappen meer te leren over hoe geopolitiek werkt. Dat is vaak een onlogisch en moeilijk verhaal. Andersom wil ik historici wat meer vertrouwd maken met de dagelijkse natuurwetenschappelijke praktijk. Je kunt wel stellen dat de relatie tussen politiek en wetenschap en de wederzijdse beïnvloeding van elkaars ontwikkeling een leidraad is van mijn carrière.’

Jaarvergadering 2024

 

Verslag Jan Brouwer Scriptieprijzen 2024: livestream en juryrapporten

Verslag Jan Brouwer Scriptieprijzen 2024: livestream en juryrapporten

Op vrijdag 9 februari werden in het Hodshonhuis tien Jan Brouwer Scriptieprijzen uitgereikt aan masterstudenten in de geestes- en maatschappijwetenschappen. Hieronder kunt u de livestream terugkijken. Ook vindt u hier de juryrapporten. Veel kijk- en leesplezier!

 

PROGRAMMA

Welkom door mr. Rutger Schimmelpenninck, penningmeester KHMW.
Inleiding over het Jan Brouwer Fonds en de naamgever van de prijzen door prof. dr. A.A. (Adriaan) Voors, maatschappelijk lid KHMW en kleinzoon van ir. L.E.J. Brouwer.
Prijsuitreikingen door prof. dr. Wim Drees, secretaris geestes- en maatschappijwetenschappen KHMW.

 

JAN BROUWER SCRIPTIEPRIJZEN

Politicologie en bestuurswetenschappen
Laudatio door jurylid prof. dr. M. (Marieke) de Goede, decaan Faculteit der Geesteswetenschappen, hoogleraar Politics of Security Cultures Universiteit van Amsterdam, honorary professor Durham University. Juryrapport JB Scriptieprijs Politicologie en bestuurswetenschappen 2024 
Prijsuitreiking door prof. dr. Wim Drees.
Presentatie door prijswinnaar Tara Tankink, Universiteit Utrecht, van haar scriptie 'Ableism at university: Experiencing student life with an invisible disability'.

Rechtswetenschappen
Laudatio door juryvoorzitter mr. M.B. (Michiel) Kramer, managing legal counsel Wolters Kluwer Benelux. Juryrapport JB Scriptieprijs Rechtswetenschappen 2024
Prijsuitreiking door prof. dr. Wim Drees.
Presentatie door prijswinnaar Maud Heldens, Radboud Universiteit, van haar scriptie 'De grondwettelijke beperkingssystematiek en de (on)mogelijkheden van constitutionele toetsing'.

 


Religiewetenschappen en theologie

Laudatio door jurylid prof. dr. B. (Birgit) Meyer, hoogleraar religiewetenschap Universiteit Utrecht. Juryrapport JB Scriptieprijs Religiewetenschappen en theologie
Prijsuitreiking door prof. dr. Wim Drees.
Presentatie door prijswinnaar Michiel Bouman, Vrije Universiteit Amsterdam, over zijn scriptie 'A Life of Gelâzenheit: Spiritual Intelligence According to Meister Eckhart and Iain McGilchrist'.

 


Communicatie- en mediawetenschappen

Laudatio door jurylid prof. dr. J.P.M. (Paula) Fikkert, hoogleraar eerste taalverwerving en fonologie Radboud Universiteit. Juryrapport JB Scriptieprijs Communicatie- en mediawetenschappen 
Prijsuitreiking door prof. dr. Wim Drees.
Presentatie door prijswinnaar Ester Bovard, Universiteit van Amsterdam, over haar scriptie  'Hierarchies of Visibility: Mapping El Salvador’s Audiovisual Archives in the Digital Landscape'.

 

Sociologie en antropologie
Laudatio door jurylid prof. dr. J.C.J. (Hans) Boutellier, bijzonder hoogleraar Polarisatie & Veerkracht Vrije Universiteit Amsterdam en wetenschappelijk adviseur Verwey-Jonker Instituut. Juryrapport JB Scriptieprijs Sociologie en antropologie
Prijsuitreiking door prof. dr. Wim Drees.
Presentatie door prijswinnaar Anuschka Peelen, Radboud Universiteit, over haar scriptie 'A changing climate change climate? A meta-analysis of (polarization in) climate change attitudes between 1986 and 2022'.

 

Taal- en literatuurwetenschappen
Laudatio door jurylid prof. dr. W.L. (Wilt) Idema, emeritus-hoogleraar Chinese Literature Harvard University en emeritus-hoogleraar Chinese taal en letterkunde Universiteit Leiden. Juryrapport JB Scriptieprijs Taal- en literatuurwetenschappen
Prijsuitreiking door prof. dr. Wim Drees.
Presentatie door prijswinnaar Oana Ciuraru, Universiteit Utrecht, over haar scriptie 'Rubiks kubus: een onderzoek naar de Nederlandse petrocultuur uit het interbellum'. 

 

 

Gedragswetenschappen (psychologie en pedagogische wetenschappen)
Laudatio door jurylid prof. dr. P.A.M. (Paul) van Lange, hoogleraar psychologie Vrije Universiteit Amsterdam en distinguished research fellow University of Oxford. Juryrapport JB Scriptieprijs Gedragswetenschappen
Prijsuitreiking door prof. dr. Wim Drees.
Presentatie door prijswinnaar Yong Zhang, Rijksuniversiteit Groningen, over zijn scriptie 'Sample size optimization for person-specific temporal networks using power analysis and predictive accuracy analysis'.

 

Economische wetenschappen
Laudatio en prijsuitreiking door prof. dr. W.B. (Wim) Drees, wetenschappelijk secretaris KHMW. Juryrapport JB Scriptieprijs Economische wetenschappen
Presentatie door prijswinnaar Kim van Berkel, Erasmus Universiteit Rotterdam, over haar scriptie 'Incentivizing social assistance recipients. Quasi-experimental evidence from trials with earnings exemptions in the Netherlands'.


 

Geschiedenis
Laudatio door jurylid prof. dr. J.L. (Leonard) Blussé van Oud-Alblas, hoogleraar geschiedenis van de Europees-Aziatische betrekkingen Universiteit Leiden. Juryrapport JB Scriptieprijs Geschiedenis
Prijsuitreiking door prof. dr. Wim Drees.
Presentatie door prijswinnaar Leah Niederhausen, Vrije Universiteit Amsterdam, over haar scriptie 'Restitution and Memory. The Past Made Present in Nazi and Colonial Restitution in Germany 1945-2023'.

 

Filosofie
Laudatio door jurylid prof. dr. J.W. (James) McAllister, hoogleraar wetenschapsfilosofie Universiteit Leiden. Juryrapport JB Scriptieprijs Filosofie
Prijsuitreiking door prof. dr. Wim Drees.
Presentatie door prijswinnaar Sümer Şen, Radboud Universiteit, over zijn scriptie 'Solutions to the problem of evil across Muslim and Christian occasionalists. A comparison of the theodicies of the Ash’arites and Malebranche'.

 

 

INTERVIEWS

Tara Tankink - Politicologie en bestuurswetenschappen

Tara Tankink studeerde Public Administration and Organisational Science aan de Universiteit Utrecht. Ze ontvangt de Jan Brouwer Scriptieprijs in de categorie Politicologie en Bestuurswetenschappen voor een masterscriptie over de positie van studenten met onzichtbare beperkingen aan haar eigen universiteit. Tankink baseert haar bevindingen op gesprekken met medestudenten met een onzichtbare beperking. Aan het eind van haar scriptie doet ze verschillende aanbevelingen om de situatie studenten met een onzichtbare beperking te verbeteren.

Wat opmerkelijk is aan deze scriptie, is dat Tankink haar eigen positie als onderzoeker nadrukkelijk deel maakt van het onderzoek. Zo gaat ze eerst met haar respondenten koffiedrinken om een relatie met hen op te bouwen. En in haar inleiding geeft ze aan dat zijzelf ook een onzichtbare beperking heeft. ‘Onderzoek is altijd subjectief’, zegt Tankink. ‘Het was voor mij best emotioneel om het zo te doen.  Ik vond het eerlijker ook iets van mezelf te laten zien, en ik denk dat het goed gewerkt heeft.’

Een tweede opmerkelijk aspect van deze scriptie is dat Tankink niet alleen gebruik heeft gemaakt van de gebruikelijke wetenschappelijke analysemethodes, maar dat ze haar indrukken van de gevoerde gesprekken ook heeft verwerkt in gedichten, waarvan een deel in haar scriptie is opgenomen.

In samenspraak met haar informanten heeft Tankink aanbevelingen geformuleerd voor de Universiteit Utrecht. Nadat haar scriptie was opgenomen in de universitaire databasis, werd deze opgemerkt door een medewerker van universiteitsblad DUB. Daarna is het hard gegaan. ‘Ik werd door allerlei mensen gebeld en kreeg veel vragen via mijn LinkedIn-pagina’, zegt Tankink. ‘Ik vind het ontzettend gaaf om te merken dat mijn scriptie veel heeft losgemaakt.’

Inmiddels werkt Tankink bij TNO, waar ze zich bezighoudt met diversiteit en inclusie op de arbeidsmarkt.

 

Leah Niederhausen - Geschiedenis

De Jan Brouwer Scriptieprijs in de categorie Geschiedenis gaat dit jaar naar Leah Niederhausen. Zij deed voor haar scriptie voor de researchmaster Humanities: Global History aan de VU onderzoek naar restitutie en herinnering in het naoorlogse Duitsland, zowel met betrekking tot het Duitse koloniale verleden als de Tweede Wereldoorlog.

Een overeenkomst tussen beide vormen van herinneringscultuur is volgens Niederhausen dat er over allebei in de publieke en politieke sfeer lang is gezwegen. Onmiddellijk na de Tweede Wereldoorlog heerste onder daders en slachtoffers van de Holocaust wat Aleida Assmann een ‘consensus van het zwijgen’ heeft genoemd. ‘Daar kwam in de jaren zestig, met het Eichmann-proces in Jeruzalem, voor het eerst verandering in’, zegt Niederhausen. ‘Toen kwam er internationaal meer aandacht voor het lot van de joden tijdens de oorlog. In Duitsland gingen studenten protesteren tegen het daderschap van hun ouders. Maar vooral na de val van de Muur in 1989 en de Duitse hereniging in 1990 vond er een herbezinning plaats over de geschiedenis van het land. Het leidde tot wat Assmann een ‘Holocaust Memory Boom’ noemt. Je zou verwachten dat de emoties met verloop van tijd afgevlakt zijn. Maar naarmate er meer persoonlijke verhalen bekend raakten, zijn die alleen maar heftiger geworden.’

Ook wat de herinneringen aan het koloniale verleden betreft, heerste er in Duitsland lange tijd een zwijgcultuur. Bijna een eeuw lang werd aangenomen dat Duitsland zich nooit schuldig had gemaakt aan koloniale vergrijpen. ‘Daderschap’ zou alleen bij Nederlanders, Engelsen en Fransen voorkomen. Tijdens haar onderzoek, onder meer in archieven in Berlijn, las Niederhausen hoe, toen voormalige koloniën in de jaren zeventig en tachtig voor het eerst claims voor restitutie indienden, daar door Duitse ambtenaren schamper en met onbegrip op werd gereageerd. ‘En dat is nog niet zo lang geleden’, merkt ze op. ‘Als politici die zich vandaag met het restitutiebeleid bezighouden, doen of ze geweldig zijn terwijl ze hieraan voorbijgaan, vind ik dat choquerend. Claimanten voor koloniale restitutie benadrukten van begin af aan de bijzondere relatie tussen herinnering, erkenning van koloniaal geweld en restitutie. Maar die relatie werd door Duitse ambtenaren vaak ontkend.'

Ook uit brieven van families van joodse oorlogsslachtoffers blijkt dat er vaak huivering bestaat om een claim in te dienen. Nabestaanden vinden het dikwijls pijnlijk om alles weer op te rakelen, terwijl ze ook niet altijd worden geloofd. ‘Het idee achter het proces is rechtsherstel’, zegt Niederhausen, ‘maar het kan ook tot heel veel pijn leiden.’ Een open en transparante communicatie is dan ook belangrijk, heeft ze gemerkt. ‘Het is belangrijk dat je restitutie niet alleen opvat als een juridisch proces, maar ook als een kans om elkaar te leren begrijpen.’

Niet verwonderlijk werkt Niederhausen inmiddels als onderzoeker bij het Expertisecentrum Restitutie bij het NIOD.

 

Anuschka Peelen - Sociologie en antropologie

Wie vandaag de dag het debat over klimaatverandering in de media volgt, zou denken dat de standpunten hierover de laatste jaren sterk zijn gepolariseerd. Anuschka Peelen heeft voor haar scriptie in het kader van haar researchmaster Social and Cultural Science aan de Radboud Universiteit deze attitudes onderzocht op basis van acht grote representatieve enquêtes uit de periode 1986-2022. In totaal heeft ze 71 verschillende aspecten onderzocht, en bekeken hoe die zich met verloop van tijd hebben ontwikkeld.

Uit Peelens onderzoek blijkt dat de standpunten vroeger ook al sterk uiteenliepen. De meningen zijn in de loop der jaren zelfs dichter bij elkaar komen te liggen! Hooguit krijgen de tegenstellingen tegenwoordig meer aandacht door de invloed van talkshows en sociale media. 

Peelen begrijpt wel dat journalisten willen scoren. ‘Je trekt nu eenmaal meer lezers of kijkers als je pakkende quotes gebruikt. Maar het zou goed zijn als ze wat meer nuance in hun berichtgeving brachten. Je hebt namelijk ook een middengroep die helemaal niet zulke extreme standpunten koestert. Er is een groot verschil tussen de polarisatie die we zien in de media en online, en de situatie in de samenleving zelf. Het beeld dat er al polarisatie zou bestaan, werkt de polarisatie alleen maar in de hand.’

 

Alle prijswinnaars met mr. R.J. graaf Schimmelpenninck en prof. dr. W.B. Drees namens de KHMW. Sümer Şen is online aanwezig.