Winnaar Brouwer Vertrouwensprijs 2024: Cash2Grow helpt spaarders financieel én sociaal groeien

Winnaar Brouwer Vertrouwensprijs 2024: Cash2Grow helpt spaarders financieel én sociaal groeien

De zevende Brouwer Vertrouwensprijs wordt op 22 januari 2024 uitgereikt aan Stichting Cash2Grow. Deze stichting promoot spaarkringen voor mensen met een krappe beurs om zo bij te dragen aan grotere financiële en sociale veerkracht.

 

De Brouwer Vertrouwensprijs is bedoeld voor hét maatschappelijke initiatief dat het onderling vertrouwen in de Nederlandse samenleving versterkt. In 2024 kwamen er 32 inzendingen binnen. De jury was onder de indruk van de kwaliteit en vindingrijkheid van Cash2Grow. ‘Cash2Grow doet veel aan verborgen armoede, de drempel om mee te doen is laag en het wederzijds begrip maakt het makkelijker om over de eigen schroom heen te stappen en mee te doen’, aldus het juryrapport. ‘Juist omdat Cash2Grow zo toegankelijk is, bereiken de initiatiefnemers mensen die bij de formele instanties buiten beeld blijven.’

 

Hoe werkt een spaarkring?

Cash2Grow is opgericht in 2018. Inmiddels zijn er in tien steden meer dan tachtig spaarkringen actief.

Spaarkringen zijn zelfhulpgroepen voor mensen die meer grip willen krijgen op hun financiële situatie en die hun sociale netwerk willen uitbreiden. Om potentiële spaarders te bereiken werkt Cash2Grow  samen met onder meer welzijnsorganisaties, werk-leerbedrijven, buurtteams en een netwerk van particuliere vrijwilligers. De stichting leidt (particuliere) vrijwilligers en beroepskrachten van deze organisaties op tot spaarkringbegeleiders en ontwikkelt educatief werkmateriaal voor de kringleden.

Een spaarkring bestaat uit vijf tot twaalf leden en komt regelmatig bij elkaar. Elk lid neemt per bijeenkomst een spaarbedrag mee. Het geld wordt bewaard in een gemeenschappelijk kistje of in individuele spaarblikjes. Er wordt bijvoorbeeld gespaard voor een nieuwe wasmachine, een vakantie, een uitje met de kinderen of een financiële reserve. Aan het einde van de spaarperiode mag ieder lid het zelf gespaarde bedrag mee naar huis nemen.

In een tijd waarin we steeds vaker digitaal betalen, is het opmerkelijk dat spaarkringen nog steeds met contant geld werken. ‘Contant geld geeft vaak meer grip op je eigen geldzaken’, verduidelijkt Julie-Marthe Lehmann, een van de oprichters en adjunct-directeur van Cash2Grow. ‘Je krijgt een beter gevoel van de waarde ervan. En het leuke is dat je het geld letterlijk ziet groeien. Het is leuk om te tellen en samen die stapeltjes te zien groeien. Dat geeft een trots gevoel, een stuk zelfvertrouwen. Het is een feestelijk moment als iedereen aan het einde van de termijn zijn zelf gespaarde geld in handen heeft.’

Volgens Lehmann, die in 2021 aan de VU promoveerde op een proefschrift met de veelzeggende titel Balancing the social and financial sides of the coin, is het sociale aspect van de spaarkringen even belangrijk als het financiële aspect. Doorgaans wordt tijdens de bijeenkomsten aan de hand van een door Cash2Grow ontwikkelde ledenmap ingegaan op omgaan met geld, omgaan met elkaar en zelfontwikkeling.

‘Geld is vaak een taboeonderwerp’, aldus Lehmann. ‘Het is iets waar je alleen mee worstelt, je moet het allemaal zelf oplossen, en daardoor kun je je eenzaam en geïsoleerd voelen. De spaarkring doorbreekt dat op een luchtige manier en zorgt voor verbinding. Uit mijn actieonderzoek en ook uit actuele interviews horen we steeds weer hoe blij verrast de spaarkringleden zijn dat het onderlinge vertrouwen door deze manier van omgaan met geld zo snel groeit.’ Kringleden doen tijdens de bijeenkomsten bovendien sociale vaardigheden op die ze vervolgens ook elders kunnen toepassen. ‘Uit reacties van leden blijkt dat ze, door mee te doen aan de spaarkring, zich ook daarbuiten met meer vertrouwen deelnemen aan het sociale verkeer.’

Het publiek dat aan de spaarkringen deelneemt, is heel divers qua leeftijd, achtergrond, inkomen en gender. Aanvankelijk richtte Cash2Grow zich alleen op volwassenen, maar inmiddels is de stichting ook bezig om samen met onderwijsinstellingen en jongerenwerk spaarkringen voor jongeren van 16-26 jaar te ontwikkelen. Lehmann is ervan overtuigd dat spaarkringen veel voor jongeren kunnen betekenen. ‘Op deze manier kunnen ze naast kennisoverdracht ook echt iets dóen, en dat is de beste manier om tot gedragsverandering te komen.’

 

Omgekeerde kennisoverdracht

Lehmann leerde spaarkringen zo’n tien jaar geleden kennen toen ze kwalitatief onderzoek deed naar de manier waarop mensen in Nederland met geld omgaan. Van mensen met een migratieachtergrond hoorde ze voor het eerst over traditionele spaargroepen op grassroots-niveau, los van allerlei formele instellingen. Gefascineerd ontdekte ze dat zulke ‘savings groups’ een wereldwijd fenomeen waren. ‘Ik geloof heel sterk in reversed knowledge transfer’, zegt ze. ‘Je hoort vaak dat kennis uit het globale Noorden toegepast wordt in het globale Zuiden, maar wij draaien dat om: kennis uit het Zuiden wordt toegepast in het Noorden.’ Op basis van haar eigen onderzoek in Nederland zette ze daarom met Gabriëlle Athmer, dé expert op het gebied van saving groups en iemand met decennia lange ervaring in vooral Afrika, de stichting Cash2Grow op.  

Aan de Brouwer Vertrouwensprijs is een geldbedrag van 100.000 euro verbonden. De toekenning van de prijs komt in een cruciale fase in de ontwikkeling van Cash2Grow. Na de eerste pionierende fase is de stichting nu, onder leiding van de nieuwe directeur Fransien Wolters, volop bezig om spaarkringen bredere bekendheid te geven en om, naast de welzijnssector, ook in te zetten op onderwijs en bedrijfsleven. ‘Helemaal zonder subsidies zullen we waarschijnlijk nooit kunnen’, denkt Lehmann. ‘Maar we willen ons verder ontwikkelen tot een ondernemende stichting die ook met klanten werkt voor wie wij bijvoorbeeld een spaarkringprogramma voor hun doelgroep, studenten en werknemers kunnen opzetten. Het prijzengeld kan ons helpen deze slag te maken.’

Tekst: Ingrid Glorie

Jan Brouwer Conferentie 2016

De Jan Brouwer Conferentie richt zich jaarlijks op de wijze waarop de verschillende generaties in Nederland met elkaar onze samenleving bouwen.
In 2016 was het thema "Hoe generaties samenleven. Een cultureel en structureel perspectief".
Vier gerenommeerde sprekers benaderden dit thema vanuit verschillende invalshoeken.
Dagvoorzitter was Prof. dr. P. (Pearl) Dykstrahoogleraar empirische sociologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en lid van de wetenschappelijke raad van het Jan Brouwer Fonds.
Drs. (Marlies) M.L.L.E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllnervoorzitter van het Jan Brouwer Fondsvoorzitter van het Jan Brouwer Fondsgaf een inleiding over het Jan Brouwer Fonds en de Jan Brouwer Conferenties.
Een overzicht van de sprekers:
Prof. dr. V. (Valentina) Mazzucatohoogleraar globalisering en ontwikkeling aan de Universiteit Maastrichtsprak over The well-being of parents and children in transnational migrant families.
Prof. dr. C.H. (Claartje) Mulderhoogleraar demografie en ruimte aan de Rijksuniversiteit Groningensprak over Inwonen en dicht bij elkaar wonen van ouders en volwassen kinderen
Prof. C. (Chiara) SaracenoItaliaans socioloog en honorary fellow bij het Collegio Carlo Alberto in Turijn sprak over CrossEuropean differences in intergenerational solidarity: the impact of institutional regulations.
Mr. J.G.C. (Jan Kees) Wiebengaoud parlementariër en lid van de Raad van Statesprak over The clash of generations.
J.W. (Jan Willem) Scholten MAdeelnemer Nationale DenkTank 2014 ‘Big Data in zicht’ en thans werkzaam bij het Ministerie van Buitenlandse Zakensloot af met een reflectie op de vier sprekers.
Het verslag van de conferentie verschijnt later dit jaar bij de KHMW. Voor voorgaande verslagen zie: https://khmw.nl/publicaties/publicatie/verslagen-van-de-jan-brouwer-conferenties/29
beginscherm.png'sloot af met een reflectie op de vier sprekers.
Het verslag van de conferentie verschijnt later dit jaar bij de KHMW. Voor voorgaande verslagen zie: https://khmw.nl/publicaties/publicatie/verslagen-van-de-jan-brouwer-conferenties/29
beginscherm.png'

Jan Brouwer Conferentie 2014

Jan Brouwer Conferentie 2014

Ruim 120 mensen bezochten vrijdag 24 januari 2014 de tiende JBC met als titel "Care: Wat is technisch mogelijk en wat is menselijk wenselijk?"
Al 10 jaar stelt de Jan Brouwer Conferentie telkens weer andere uitdagingen van demografische veranderingen in de Nederlandse samenleving aan de orde en mogelijkheden om hierop succesvol te anticiperen. Dit jaar was het onderwerp van de conferentie “care”. Door de voortschrijdende vergrijzing wordt care een steeds belangrijker issue in de gezondheidszorg in Nederland.
Na een woord van welkom door Prof. dr. A.H.G. Rinnooy Kan voorzitter van de KHMW voorzitter van de KHMW kwamen achtereenvolgens aan het woord Mevr. Prof. dr. S.E.J.A. de Rooijhoogleraar inwendige geneeskundei.h.b. geriatrie-ouderengeneeskunde AMC/UvADr. ir. A. van Berlo MAmanager R&D Smart HomesNationaal Kenniscentrum Domotica & Slim WonenDr. N.A. Guldemondprogram director health TUD en Drs. M.J. van Rijnstaatsecretaris van VolksgezondheidWelzijn en Sport. Afsluitende spreker was Jeroen van Baardeelnemer aan de NDT 2013 met als thema Zorg voor gezondheid die reflecteerde op de inbreng van de vier voorgaande sprekers.
De conferentie werd zoals elk jaar voorgezeten door Prof. dr. P. Schnabeluniversiteitshoogleraar aan de Universiteit Utrecht.
Een verslag van de conferentie is later dit jaar te bestellen bij het secretariaat van de KHMW.
deelnemer aan de NDT 2013 met als thema Zorg voor gezondheid die reflecteerde op de inbreng van de vier voorgaande sprekers.
De conferentie werd zoals elk jaar voorgezeten door Prof. dr. P. Schnabeluniversiteitshoogleraar aan de Universiteit Utrecht.
Een verslag van de conferentie is later dit jaar te bestellen bij het secretariaat van de KHMW.

Jan Brouwer Conferentie druk bezocht

Jan Brouwer Conferentie druk bezocht

De Achtste Jan Brouwer Conferentie vond plaats op woensdagmiddag 25 januari.
Lees hier het verslag van de conferentie.
De Jan Brouwer Conferenties zijn vernoemd naar Ir. L.E.J. Brouwerdie een deel van zijn vermogen bestemde voor een fonds ten behoeve van multidisciplinair maatschappijgeorienteerd onderzoek. Dit fonds is door de familie Brouwer aan de zorg van de KHMW toevertrouwd. In een cyclus van jaarlijkse conferenties stelt de Jan Brouwer Conferentie telkens weer andere uitdagingen van demografische veranderingen in de Nederlandse samenleving aan de orde en mogelijkheden om hierop succesvol te anticiperen. De Jan Brouwer Conferentie wordt elk jaar georganiseerd in een onderling samenspel van het Jan Brouwer Fonds en de KHMW.
Thema van de conferentie was dit jaar Kwetsbare generaties. Hoe voorkomen we dat onze jongsten en oudsten worden misbruikt en mishandeld?
De conferentie werd geopend door Alexander Rinnooy Kanvoorzitter van de KHMW.
Als dagvoorzitter trad op Paul Schnabelvoorzitter van de KHMW.
Als dagvoorzitter trad op Paul Schnabeldirecteur van het Sociaal en Cultureel Planbureau.
In plaats van staatssecretaris VWS Marlies van Veldhuijzen van Zanten-Hyllner die helaas op het laatste moment was verhinderdsprak Paul Huijtsdirecteur-generaal Volksgezondheidministerie van VWS. Zijn lezing had als titel Kwetsbare mensen in veilige handen. Paul Huijts gaf de aanwezigen inzicht in de omvang van kindermishandeling. In Nederland worden jaarlijks naar schatting 70.000 kinderen verwaarloosd en daarnaast nog eens 50.000 kinderen seksueel en/of fysiek misbruikt en mishandeld. Mishandeling is in veel gevallen moeilijk zichtbaar. Slachtoffers werpen vaakuit angst of schaamteeen façade op. In het vervolg van zijn betoog ging Paul Huijts in op de maatregelen die VWSvaak in samenwerking met Justitieneemt om kinder- en ouderenmishandeling te voorkomente beperken en te stoppen.
Louise Gunning-Schepersvoorzitter van de Gezondheidsraad en universiteitshoogleraar Gezondheid en Maatschappij aan de UvAbegon haar rede getiteld Het heft in eigen hand. Maatschappelijke ondersteuning van eigen verantwoordelijkheid met de stelling dat de maatschappelijk ondersteuning van de eigen verantwoordelijkheid van mensen in de huidige samenleving vaak zoek lijkt te zijn geraakt. Vervolgens ging zij in op de bekende zedenzaak in een Amsterdams kinderdagverblijf in. Afsluitend verduidelijkte Loiuse Gunning dat kindermishandeling een betrekkelijk recent onderzoeksveld is. Het is bijvoorbeeld nog maar vijftig jaar geleden dat voor het eerst het syndroom van een mishandeld kind klinisch werd beschreven.
In een reactie sprak dagvoorzitter Paul Schnabel de hoop uit dat onze maatschappij gebaseerd kan blijven op vertrouwen. Het is eigenlijk een noodzaak je medemens te kunnen vertrouwenniet alles is immers te controleren.
Na de pauze sprak Jolanda Lindenbergwetenschappelijk onderzoeker Leyden Academy on Vitality and Ageingover het bij veel mensen onbekendere probleem van ouderenmishandeling. Jaarlijks worden in Nederland 200.000 ouderenzowel vrouwen als mannenhet slachtoffer van mishandeling of misbruik. Hiervan wordt maar een heel klein percentage bij politie of hulpverlening gemeld. De lezing van Jolanda Lindenberg met als titel Ouderenmishandeling in breder perspectief: wetenschappelijke inzichten in de onderliggende mechanismen gaf de zaal inzicht in de risicofactoren -bij zowel dader als slachtoffer- die de kans op het voorkomen van mishandeling vergroten.
In haar betoog Kindermishandeling: Waar gaat het mis? lichtte Lenneke Alinkwerkzaam bij het Centre for Child & Family Studies Leiden Universityde cijfers eerder genoemd door Paul Huijts op een andere manier toe: 120.000 mishandelde kinderen betekent dat in Nederland 34 per 1000 kinderen het slachtoffer zijn van mishandeling. Verwaarlozing -zowel emotioneel als fysiek- komt daarbij het vaakst voor. Behalve bekende factoren als werkeloosheideen laag inkomen en familiegeschiedenisis stress een belangrijke en minder belichte factor die bijdraagt aan het voorkomen van kindermishandeling.
Lenneke Alink zal binnenkort benoemd worden op de JAN BROUWER LEERSTOEL VOORKOMING KINDERMISHANDELING aan de VU. Deze leerstoel wordt gesubsidieerd door het Jan Brouwer Fonds.
In een reflectie vatte Marloes van Noorlooslid van de Nationale DenkTank en Universitair Docent Strafrecht Tilburg University de verschillende sprekers samen.
Alexander Rinnooy Kan sloot de middag over dit emotionele onderwerp af en zei in zijn slotwoord hoge verwachtingen te hebben van de studie en nieuwe inzichten die de Jan Brouwer leerstoel zal brengen.
De lezingen en discussies zullen net als in voorgaande jaren gepubliceerd worden in een boekjedat aan de deelnemers aan de conferentie wordt toegestuurd. Het boekje is vanaf april tevens te bestellen bij het secretariaat van de KHMW.
Foto’s: Hilde de Wolf Fotografie
voorzitter van de Gezondheidsraad en universiteitshoogleraar Gezondheid en Maatschappij aan de UvAbegon haar rede getiteld Het heft in eigen hand. Maatschappelijke ondersteuning van eigen verantwoordelijkheid met de stelling dat de maatschappelijk ondersteuning van de eigen verantwoordelijkheid van mensen in de huidige samenleving vaak zoek lijkt te zijn geraakt. Vervolgens ging zij in op de bekende zedenzaak in een Amsterdams kinderdagverblijf in. Afsluitend verduidelijkte Loiuse Gunning dat kindermishandeling een betrekkelijk recent onderzoeksveld is. Het is bijvoorbeeld nog maar vijftig jaar geleden dat voor het eerst het syndroom van een mishandeld kind klinisch werd beschreven.
In een reactie sprak dagvoorzitter Paul Schnabel de hoop uit dat onze maatschappij gebaseerd kan blijven op vertrouwen. Het is eigenlijk een noodzaak je medemens te kunnen vertrouwenniet alles is immers te controleren.
Na de pauze sprak Jolanda Lindenbergwetenschappelijk onderzoeker Leyden Academy on Vitality and Ageingover het bij veel mensen onbekendere probleem van ouderenmishandeling. Jaarlijks worden in Nederland 200.000 ouderenzowel vrouwen als mannenhet slachtoffer van mishandeling of misbruik. Hiervan wordt maar een heel klein percentage bij politie of hulpverlening gemeld. De lezing van Jolanda Lindenberg met als titel Ouderenmishandeling in breder perspectief: wetenschappelijke inzichten in de onderliggende mechanismen gaf de zaal inzicht in de risicofactoren -bij zowel dader als slachtoffer- die de kans op het voorkomen van mishandeling vergroten.
In haar betoog Kindermishandeling: Waar gaat het mis? lichtte Lenneke Alinkwerkzaam bij het Centre for Child & Family Studies Leiden Universityde cijfers eerder genoemd door Paul Huijts op een andere manier toe: 120.000 mishandelde kinderen betekent dat in Nederland 34 per 1000 kinderen het slachtoffer zijn van mishandeling. Verwaarlozing -zowel emotioneel als fysiek- komt daarbij het vaakst voor. Behalve bekende factoren als werkeloosheideen laag inkomen en familiegeschiedenisis stress een belangrijke en minder belichte factor die bijdraagt aan het voorkomen van kindermishandeling.
Lenneke Alink zal binnenkort benoemd worden op de JAN BROUWER LEERSTOEL VOORKOMING KINDERMISHANDELING aan de VU. Deze leerstoel wordt gesubsidieerd door het Jan Brouwer Fonds.
In een reflectie vatte Marloes van Noorlooslid van de Nationale DenkTank en Universitair Docent Strafrecht Tilburg University de verschillende sprekers samen.
Alexander Rinnooy Kan sloot de middag over dit emotionele onderwerp af en zei in zijn slotwoord hoge verwachtingen te hebben van de studie en nieuwe inzichten die de Jan Brouwer leerstoel zal brengen.
De lezingen en discussies zullen net als in voorgaande jaren gepubliceerd worden in een boekjedat aan de deelnemers aan de conferentie wordt toegestuurd. Het boekje is vanaf april tevens te bestellen bij het secretariaat van de KHMW.
Foto’s: Hilde de Wolf Fotografie