
Boerhaave Biografieprijs 2024 toegekend aan biografie over Christiaan Snouck Hurgronje
De Boerhaave Biografieprijs 2024 is toegekend aan Wim van den Doel voor zijn indrukwekkende werk Snouck. Het volkomen geleerdenleven van Christiaan Snouck Hurgronje, uitgegeven door Prometheus in 2021. De jury is unaniem in haar oordeel dat dit boek de prijs ten volle verdient. Van den Doel slaagt er meesterlijk in om het leven van Christiaan Snouck Hurgronje (1857-1936), een van de meest vooraanstaande oriëntalisten en islamologen van zijn tijd, op diepgaande en boeiende wijze te verbeelden.
De jury prijst het boek als een volledige en fascinerende geleerdenbiografie. Van den Doel belicht niet alleen Snouck Hurgronjes academische prestaties en zijn invloedrijke rol in Nederlands-Indië, maar plaatst zijn leven ook in een bredere context van wetenschap, politiek en religie. ‘Lezing van dit boek draagt bij aan begrip van veel van wat er nu gebeurt,’ aldus de jury. Het boek laat zien hoe Snouck Hurgronje, door zijn wetenschappelijke kennis en diplomatieke activiteiten, grote invloed uitoefende op de Nederlandse koloniale politiek en op de islamitische wereld in de vroege 20e eeuw.
De jury bestond uit:
- Lisa Kuitert, hoogleraar boekwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam
- Hendrik Lenstra, emeritus-hoogleraar fundamentele en toepassingsgerichte wiskunde aan de Universiteit Leiden
- Theunis Piersma, hoogleraar trekvogelecologie aan de Rijksuniversiteit Groningen en senior onderzoeker bij het NIOZ
De shortlist voor de prijs bestond uit de volgende titels:
- Sandra Langereis, Erasmus, dwarsdenker (De Bezige Bij, 2021)
- Erwin Dekker, Jan Tinbergen. Een econoom op zoek naar vrede (Boom, 2021)
- Margriet van der Heijden, Denken is verrukkelijk. Het leven van Tatiana Afanassjewa en Paul Ehrenfest (Prometheus, 2021)
- Wim van den Doel, Snouck. Het volkomen geleerdenleven van Christiaan Snouck Hurgronje (Prometheus, 2021)
- Rogier Chorus, Om recht en gerechtigheid. Paul Scholten (1875-1946), een biografie (Walburg Pers, 2022)
Prijsuitreiking en erkenning
De prijsuitreiking vindt plaats op vrijdag 6 december 2024, 16.30-17.30 uur, in het historische Hodshonhuis in Haarlem. Linda Hovius, voorzitter van de Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen (KHMW), en Amito Haarhuis, directeur van Rijksmuseum Boerhaave en juryvoorzitter, zullen de Boerhaave-medaille en een geldbedrag van € 2.500 aan Wim van den Doel overhandigen.
Over de Boerhaave Biografieprijs
De driejaarlijkse Boerhaave Biografieprijs is een initiatief van de KHMW en Rijksmuseum Boerhaave en wordt uitgereikt aan de beste Nederlandse biografie over een wetenschapper. De prijs benadrukt het belang van biografieën in de wetenschapsgeschiedenis. In eerdere jaren ging de prijs onder meer naar Frits Berends en Dirk van Delft voor hun biografie over de beroemde natuurkundige H.A. Lorentz (2021) en Jaap Verheul voor zijn biografie over de negentiende-eeuwse Amerikaanse historicus J.L. Motley (2018).
Over Rijksmuseum Boerhaave en de KHMW
Rijksmuseum Boerhaave, gericht op de geschiedenis van de natuurwetenschappen en geneeskunde, heeft als missie om het draagvlak voor wetenschap te versterken. Het museum bezit een unieke collectie die vijf eeuwen innovatie in Nederland toont en weet hiermee een breed publiek te bereiken.
De KHMW, opgericht in 1752, bevordert de wetenschap door middel van prijzen, lezingen en symposia, en is sinds 1841 gevestigd in het monumentale Hodshonhuis te Haarlem.

Herfstdebat 2024: Wat betekent de opkomst van AI voor kunst en cultuur?
Het Herfstdebat ging zondag 29 september over een uiterst actueel thema: AI, kunst en cultuur. Uit de hoge opkomst en de geanimeerde discussie bleek wel dat dit onderwerp de gemoederen flink bezighoudt.
De middag begon met de vertoning van een korte, met behulp van AI vervaardigde video waarin verschillende schilderijen van de 17e-eeuwse schilder Johannes Vermeer tot leven komen en in elkaar overvloeien. Het filmpje zit zo knap in elkaar dat het binnen enkele dagen miljoenen kijkers trok. De maker, Amsterdamse cineast Wytse Koetse, blijft nuchter onder het succes. Want uiteindelijk is niet hij, maar Vermeer in dit geval de ware kunstenaar.

Wytse Koetse vertelt over de totstandkoming van zijn Vermeer-video. Hoewel AI ons leven aanzienlijk vergemakkelijkt, is hij er toch nog twee dagen mee bezig geweest (en de nachten erbij).
Het filmpje vormde de opmaat tot drie korte inleidingen. Als eerste gaf José van Dijck, universiteitshoogleraar media en digitale samenleving aan de Universiteit Utrecht, een korte uiteenzetting over wat kunstmatige intelligentie (artificial intelligence, AI) is. Als voorbeeld gebruikte zij een kunstwerk van fotograaf Joost Bolten, die, net als Koetse, ook zelf aanwezig was. AI, vertelde Van Dijck, werkt met datasets, algoritmes en prompts. AI biedt hedendaagse kunstenaars ongekende nieuwe mogelijkheden, maar leidt ook tot bezorgdheid. Wat betekent de opkomst van AI voor de positie van de kunstenaar? En hoe zal het verder gaan met intellectueel eigendom en de authenticiteit van een kunstwerk?

José van Dijck

Fotograaf Joost Bolten (naast Ad IJzerman, wetenschappelijk secretaris KHMW)
Als tweede spreker schetste Taco Dibbits, algemeen directeur van het Rijksmuseum in Amsterdam, een beeld van verschillende manieren waarop AI nu al in de dagelijkse museumpraktijk toegepast wordt. Zo zijn er talloze gegevens over Rembrandts schilderstijl (zoals kleurgebruik en textuur) in de computer ingevoerd, en die kennis is gebruikt om ontbrekende delen van de Nachtwacht te reconstrueren.
Toen het Rijksmuseum gevraagd werd om door middel van AI een ‘nieuwe Rembrandt’ te creëren, heeft het museum ervoor gekozen hier niet aan mee te werken. Zo’n experiment zou volgens Dibbits afbreuk doen aan Rembrandts creativiteit, omdat Rembrandt zijn publiek telkens weer wist te verrassen met iets nieuws. AI, daarentegen, gaat uit van het gemiddelde, en en er komt dus altijd een voorspelbaar (zo niet: mediocre) beeld uit. ‘De creativiteit schuilt in de opdrachten die je het programma geeft en de keuzes die daarbij gemaakt worden’, zegt Dibbits. ‘AI zelf kent nauwelijks of geen toeval; het is een programma.’
In het Rijksmuseum wordt AI ook ingezet om beschrijvingen te genereren van alle 8000 items in de collectie – een klus waar het museum zelf de menskracht niet voor heeft. Dankzij deze beschrijvingen krijgen blinden en slechtzienden ook een indruk van wat het museum allemaal te bieden heeft.

Taco Dibbits
De derde spreker was Natali Helberger, universiteitshoogleraar recht en digitale technologie met een speciale focus op AI aan de Universiteit van Amsterdam. Zij verwees naar het kunstwerk ‘Channeling’ van Christopher Meerdo. Hiervoor heeft Meerdo het archief van de CIA gebruikt over de dood van Osama Bin Laden in 2011. Met behulp van AI heeft Meerdo de ongeveer 7000 stukken uit dit archief omgezet in een eindeloze stroom beelden die steeds verandert en nooit hetzelfde is. Door zijn gebruik van geheime datasets levert Meerdoo volgens Helberger kritiek op de manier waarop door de overheid en in de media zekere feiten gerepresenteerd worden.
Dit voorbeeld roept volgens Helberger fundamentele vragen op. Had de kunstenaar het recht om bepaalde data te gebruiken? Wie kan zich nog kunstenaar noemen? En hoe zit het met auteursrecht? Duidelijk is dat de kunstenaar nog steeds bepaalde keuzes maakt (zoals welk materiaal gebruikt wordt), en dat het algoritme vervolgens bepaalt hoe dat getoond wordt.

Natali Helberger
De prompteur als kunstenaar
Na de drie inleidingen volgde een rondetafelgesprek, geleid door Henk de Jong, ondervoorzitter van de KHMW.
Zou Taco Dibbits het kunstwerk van Christopher Meerdo in ‘zijn’ Rijksmuseum willen hebben, wil De Jong weten. Wat dit kunstwerk voor hem interessant maakt, antwoordt de museumdirecteur, is Meerdo’s keuze voor een bepaalde dataset. In dit geval gaat het om een verborgen archief van de CIA over de dood van Osama Bin Laden. Dat is spannend.
AI genereert een product op basis van de prompts die ingegeven worden. Kun je nog zeggen dat de ‘prompteur’ – naar analogie van een dompteur – een kunstenaar is, vraagt De Jong vervolgens aan Van Dijck.
Volgens Van Dijck is die vraag niet nieuw. ‘Twintig jaar geleden hadden we dit soort gesprekken ook over de opkomst van videokunst.’ Toch brengt AI nieuwe morele vragen met zich mee, bijvoorbeeld over het materiaal dat gebruikt wordt, en de herkomst daarvan. ‘Daar hebben we steeds minder zicht op’, geeft Van Dijck toe. ‘En hoewel we er druk mee bezig zijn, lopen we met de regelgeving onvermijdelijk achter de technische ontwikkelingen aan.’
Mensen zijn vaak bang voor AI, merkt Helberger op. Er doen allerlei doemscenario’s de ronde. Er wordt vaak gedacht in termen van de risico’s die AI met zich mee brengt. ‘Het doet me goed om het onderwerp vanmiddag ook eens positief te benaderen. AI biedt zoveel mogelijkheden, ook voor wetenschappers. En het verlaagt de drempel voor iedereen om creatief te worden.’
Alle sprekers beamen dat AI vooroordelen kan versterken. In Noord-Europa en de Verenigde Staten bestaan er heel gedetailleerde datasets. In armere landen zijn die er niet, of in mindere mate. Daardoor ontstaat er een vertekend beeld. (Een bekend voorbeeld is dat AI een ‘bisschop’ tot voor kort steevast voorstelde als een witte man, terwijl er ook vrouwelijke bisschoppen zijn, en bisschoppen van kleur.) Het is een uitdaging om betrouwbare bronnen te gebruiken. Volgens Van Dijck hebben we er niet altijd zicht op welke datasets gebruikt worden. Daarom is het belangrijk dat er een gedragscode opgesteld wordt, vindt Helberger.
Auteursrecht
En dan is het tijd voor vragen uit het publiek. Meerdere aanwezigen vragen zich af of auteursrecht, gezien de technologische ontwikkelingen, geen achterhaald begrip is. Wat zou er gebeuren als je dat zou loslaten?
Natali Helberger vindt het een interessante vraag. Maar ook deze vraag is niet nieuw. Met de opkomst van het internet werden bijvoorbeeld vergelijkbare vragen gesteld. Een voorlopig antwoord moet zijn dat het auteursrecht kunstenaars en uitgevers nog een zekere mate van bescherming biedt.
Taco Dibbits wijst erop dat we inderdaad in een overgangsfase zitten. ‘Met de opkomst van streamingsdiensten – eerst Napster en nu Spotify – hebben we hetzelfde gezien. Cd’s zijn minder belangrijk geworden. Toch geven we vandaag de dag meer geld dan ooit uit aan muziek. Maar dat geld komt vooral ten goede aan de streamingsdiensten. Als reactie zie je dat artiesten meer zijn gaan toeren, en dat dát hun nieuwe verdienmodel is geworden.’ Het Rijksmuseum heeft jaren geleden al besloten het beeldrecht over de kunstwerken uit de collectie vrij te geven.
Verdwijnende oorsprong
Een andere vragensteller wil weten wat het kunstwerk van Christopher Meerdo voor Dibbits interessant maakt: de dataset die aan het kunstwerk ten grondslag ligt, of het eindproduct, het kunstwerk zoals dat zich aan de beschouwer voordoet? In dit geval gaat het om een conceptueel kunstwerk, redeneert Dibbets. ‘Het bronnenmateriaal maakt het superinteressant. Het werk zet me aan het denken. Dan vind ik de vraag of iets mooi of lelijk is, minder relevant.’
Voor een andere vragensteller is dat niet genoeg. Ze refereert aan de recente overzichtstentoonstelling van Kandinsky in het H’ART Museum in Amsterdam. In haar waardering voor Kandinsky’s schilderijen speelt haar kennis van het levensverhaal van de schilder een rol. ‘De oorsprong is belangrijk’, verklaart ze.
Van Dijck zich haar gevoel wel voorstellen. ‘Onze waardering is niet alleen esthetisch, maar ook: waar komt het vandaan?’ AI levert telkens een andere uitkomst op. Die veranderlijkheid brengt overigens weer een heel ander probleem mee, namelijk: ‘hoe sla je het op, hoe bewaar je het?’
Volgens Dibbits laat het voorbeeld van Kandinsky zien dat onze waardering te maken heeft met kennis. In het geval van Christopher Meerdo kwam die waardering voort uit onze kennis van de gebruikte dataset. De vraag is dan hoe het museum een kunstwerk presenteert en welke context het aanreikt.
Tot slot
Het kunstwerk van Joost Bolten dat door Van Dijck getoond werd, heeft als titel ‘Human Figures’. Het is gemaakt met Midjourney, een creatief AI-platform dat afbeeldingen genereert op basis van ‘prompts’ van de kunstenaar. Midjourney weigerde echter Boltons kunstwerk weer op te nemen in het eigen databestand, omdat het te expliciet zou zijn. Roerige tijden kortom….

De drie sprekers samen met moderator Henk de Jong, ondervoorzitter KHMW
Foto’s: Anja Robertus

VROEGE VOGELS winnaar Irispenning voor Excellente Wetenschapscommunicatie 2024
Op vrijdag 4 oktober is in het tv-programma Tijd voor MAX bekendgemaakt dat Vroege Vogels de Irispenning 2024 voor Excellente Wetenschapscommunicatie krijgt.
‘Als geen ander instituut – want een instituut kunnen we het zeker noemen – weet Vroege Vogels de mensen bewust te maken van de natuur om hen heen’, aldus de jury van de Irispenning. ‘“Advocaat van de natuur en spreekbuis van het milieu”, zo noemt radio- en televisieprogramma Vroege Vogels zich. “Je dagelijkse portie natuur!”, heet het op Instagram. In Vroege Vogels wordt veel door die natuur heengelopen, al dan niet op kaplaarzen. En er wordt vol vrolijke nieuwsgierigheid en vaak ook met ontzag naar planten en dieren, zwammen en schimmels gekeken. Met al die goed onderbouwde natuurverhalen lokt Vroege Vogels een publiek naar de wetenschap dat misschien niet eens per se wetenschap zoekt, maar het wel krijgt. Al 46 jaar brengt het programma thema’s als klimaatverandering, milieuvervuiling en het belang van biodiversiteit onder de aandacht van een breed publiek, via steeds meer kanalen. Omdat Vroege Vogels natuur dichtbij brengt en zo bijdraagt aan het voortbestaan ervan, verdient het programma de Irispenning 2024.’
Op de Avond van Wetenschap & Maatschappij, maandag 7 oktober in de Pieterskerk in Leiden, wordt de prijs door minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Eppo Bruins uitgereikt aan het team van Vroege Vogels. De Irispenning bestaat uit een geldbedrag van tienduizend euro, beschikbaar gesteld door de Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen, en een penning, vervaardigd door Jennifer Hoes. De prijs wordt mede ondersteund door de Universiteiten van Nederland. De Irispenning voor Excellente Wetenschapscommunicatie is in 2019 in het leven geroepen door de drie door het Rijk gesteunde wetenschapsmusea: NEMO Science Museum, Rijksmuseum Boerhaave en Teylers Museum. De prijs wordt financieel gesteund door de Koninklijke Hollandse Maatschappij der Wetenschappen en de Universiteiten van Nederland, en staat onder auspiciën van de Stichting De Avond van Wetenschap & Maatschappij die ook het podium biedt voor de prijsuitreiking op de jaarlijkse Avond van Wetenschap & Maatschappij. Afgelopen jaar werd de vijfde Irispenning uitgereikt aan Ionica Smeets. Eerdere winnaars van de Irispenning zijn de Universiteit van Nederland (2022), Marion Koopmans (2021), Lowlands Science (2020) en Robbert Dijkgraaf (2019).
Over de Irispenning
In tijden van toenemende polarisatie, verharding van het publieke debat en zogeheten alternatieve waarheden is er misschien meer dan ooit nood aan onweerlegbare feiten, gefundeerde voorspellingen en bewezen onderzoeksresultaten. Goede wetenschapscommunicatie is onontbeerlijk om het grote belang van wetenschappelijk en technologisch onderzoek voor de samenleving te onderstrepen.
De Irispenning is bestemd voor instellingen, projecten of personen in Nederland die gedurende langere tijd – minimaal vijf jaar – op innovatieve en eigenzinnige wijze een breed publiek weten te bereiken en te informeren over onderwerpen op het terrein van wetenschap en techniek. Een aantoonbare aanjaagfunctie in het maatschappelijk debat strekt tot aanbeveling. Eenmalige prestaties komen niet in aanmerking voor de prijs. De prijs is genoemd naar de Griekse godin Iris, godin van de regenboog en vliegensvlugge boodschapster van de goden. De veelkleurige, goudgevleugelde Iris bracht via de brug tussen hemel en aarde, de regenboog, boodschappen van de goden naar de mensen.
Jury Irispenning 2024
Linda Hovius (juryvoorzitter)
voorzitter Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen
Caspar van den Berg
voorzitter Universiteiten van Nederland
Marc de Beyer
directeur Teylers Museum
Ellen de Bruin
schrijver en redacteur NRC Handelsblad
Amito Haarhuis
directeur Rijksmuseum Boerhaave
Géke Roelink
directeur NEMO Science Museum
Jurysecretariaat: Roderick Hageman, Verstegen & Stigter culturele projecten

Shortlist Nederlandse Biografieprijs 2024 bekend
De shortlist van de Nederlandse Biografieprijs 2024 is half september bekendgemaakt.
- Karin Amatmoekrim: In wat voor een land leef ik eigenlijk? Anil Ramdas, onmogelijk kosmopoliet (2023)
- Peter-Paul de Baar: Theo Thijssen (1897-1943). Schrijver, schoolmeester, socialist (2023)
- Roelof van Gelder: De koopman van Kanton. Jan Bekker Teerlink (1759-1832) (2022)
- Laura van Hasselt: Geld, geloof en goede vrienden. Piet van Eeghen en de metamorfose van Amsterdam 1816-1889 (2023)
- Judith Koelemeijer: Etty Hillesum. Het verhaal van haar leven (2022)
De Nederlandse Biografieprijs bekroont elke twee jaar de beste biografie die verscheen in het Nederlands taalgebied. Met de prijs ter waarde van 20.000 euro wil de Stichting Nederlandse Biografieprijs de Nederlandstalige biografen eren. Bovendien wilde de stichting het lezen van biografieën stimuleren.
Van alle Nederlandstalige biografieën die in de afgelopen twee jaar zijn verschenen in Nederland en België selecteert een onafhankelijke jury eerst een longlist van ca. tien titels, vervolgens een shortlist van vijf publicaties en uiteindelijk één winnaar. De winnaar wordt bekendgemaakt tijdens een feestelijke bijeenkomst, georganiseerd met onze partner, de Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen in Haarlem. Deze feestelijke uitreiking vindt plaats op maandag 21 oktober in het Hodshonhuis.