Verslag prijsuitreiking KHMW Langerhuizen Oeuvreprijs en KHMW Langerhuizen Bate

Verslag prijsuitreiking KHMW Langerhuizen Oeuvreprijs en KHMW Langerhuizen Bate

Op 28 mei vonden er in het Hodshonhuis, de zetel van de KHMW in Haarlem, maar liefst twee feestelijke bijeenkomsten plaats. 's Ochtends werden om te beginnen de KHMW Langerhuizen Bate en de KHMW Langerhuizen Oeuvreprijs uitgereikt. Beide prijzen waren dit jaar bestemd voor wetenschappers die zich bezighouden met de filosofie en geschiedenis van de natuurwetenschappen. De Langerhuizen Bate ging naar wetenschapshistoricus dr. Robert-Jan Wille. De Langerhuizen Oeuvreprijs kende twee laureaten: prof. dr. Dennis Dieks en prof. dr. Floris Cohen. Alle prijswinnaars zijn (oud-) medewerkers van de Universiteit Utrecht.

KHMW Langerhuizen Bate
De Langerhuizen Bate is een jaarlijkse onderzoeksbate ter bevordering van natuurwetenschappelijk onderzoek. Dr. Robert-Jan Wille ontvangt de Langerhuizen Bate voor zijn onderzoek naar de wetenschappelijke belangstelling voor de mesosfeer tegen de achtergrond van de Koude Oorlog. Aan de Langerhuizen Bate is een bedrag van 25.000 euro verbonden. Het geld van deze prijs stelt Wille onder meer in staat archiefonderzoek te gaan doen in Zweden en in Alaska, en de Europese raketbasis in het Zweedse Kiruna en de Noorse raketbasis op het eiland Andøya te bezoeken.
De jury bestond uit prof. dr. Karin Bijsterveld, hoogleraar wetenschap technologie en cultuur aan de Universiteit Maastricht, en prof. dr. Theo Kuipers, emeritus-hoogleraar wetenschapsfilosofie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Prof. Kuipers was tijdens de prijsuitreiking persoonlijk aanwezig om de laudatio voor te lezen. Volgens de jury is Willes onderzoek 'origineel, spannend en interdisciplinair'. 'Willes internationale ervaring en zijn eerdere boeken bieden vertrouwen in een goede afloop. Het voorstel is heel toegankelijk geformuleerd, en het archiefonderzoeksplan is gedetailleerd en adequaat. De jury verwacht dat het onderzoek, ook gezien de actualiteit van de klimaatproblematiek, een groot publiek zal aanspreken', aldus het juryrapport.

Lees hier de tekst van het juryrapport van de Langerhuizen Bate 2024.
Lees hier een interview met dr. Robert-Jan Wille, de laureaat.

Jurylid Theo Kuipers feliciteert Robert-Jan Wille.

V.l.n.r.: Ad IJzerman (wetenschappelijk secretaris natuur- en medische wetenschappen KHMW), Robert-Jan Wille (laureaat), Linda Hovius (voorzitter KHMW) en Theo Kuipers (jurylid)

 

KHMW Langerhuizen Oeuvreprijs
De KHMW Langerhuizen Oeuvreprijs wordt jaarlijks uitgereikt als eerbetoon aan een wetenschapper die zich verdienstelijk heeft gemaakt op het gebied van de natuurwetenschappen. In 2024 stonden de geschiedenis en filosofie van de natuurwetenschappen centraal. Evenals in voorgaande jaren waarin de prijs is uitgereikt, had de jury in eerste instantie de intentie één persoon als prijswinnaar te selecteren. Dat bleek echter met dit tweetal heel lastig, omdat ze met hun onderzoek beiden baanbrekende bijdragen hebben geleverd. Daarom werd besloten de prijs ex aequo toe te kennen. Professor Dennis Dieks vertegenwoordigt (vooral) de filosofie en professor Cohen (vooral) de geschiedenis van de natuurwetenschappen; ze zijn dus gelijkwaardig in twee verschillende disciplines.
De jury van de Langerhuizen Oeuvreprijs 2024 bestond uit prof. dr. Johan van Benthem, emeritus-universiteitshoogleraar logica aan de Universiteit van Amsterdam, prof. dr. Lodi Nauta, hoogleraar geschiedenis van de filosofie aan de Rijksuniversiteit Groningen,  en prof. dr. ir. Peter-Paul Verbeek, rector-magnificus en hoogleraar filosofie en ethiek van wetenschap en technologie in een veranderende wereld aan de Universiteit van Amsterdam.

Lees hier de tekst van het juryrapport van de Langerhuizen Oeuvreprijs 2024.
Lees hier een interview met prof. dr. Dennis Dieks, laureaat.
Lees hier een interview met prof. dr. Floris Cohen, laureaat.

De twee laureaten van de Langerhuizen Oeuvreprijs 2024: Floris Cohen (links) en Dennis Dieks (rechts)

Dennis Dieks vertelt over zijn bekroonde oeuvre.

Dankwoord Floris Cohen

V.l.n.r. Ad IJzerman (wetenschappelijk secretaris), Theo Kuipers (jurylid Langerhuizen Bate), Robert-Jan Wille (laureaat Langerhuizen Bate), Linda Hovius (voorzitter KHMW), Dennis Dieks en Floris Cohen (laureaten Langerhuizen Oeuvreprijs), Wim Drees (wetenschappelijk secretaris KHMW), Marjan Scharloo (juryvoorzitter Langerhuizen Oeuvreprijs)

Klik hier om naar het verslag over het middagprogramma te gaan: de uitreiking van de Van der Aa Oeuvreprijs, de Van der Knaap Proefschriftprijs en de Proefschriftprijs Interdisciplinariteit.

Foto's: Anja Robertus

 

 

 

 

 

 

Floris Cohen, winnaar Langerhuizen Oeuvreprijs 2024: ‘Zonder historici zou de mythevorming het verleden helemaal overnemen’

In 2024 wordt de Langerhuizen Oeuvreprijs ex aequo toegekend aan professor Dennis Dieks voor de filosofie en aan professor Floris Cohen voor de geschiedenis van de natuurwetenschappen. Prof. dr. H.F. (Floris) Cohen was tot 2019 bijzonder hoogleraar in de vergelijkende geschiedenis van de natuurwetenschap aan de Universiteit Utrecht. Bij het brede publiek is hij vooral bekend door zijn boek De herschepping van de wereld. Het ontstaan van de moderne natuurwetenschap verklaard uit 2007.

Floris Cohen

Floris Cohen / foto: Bob Bronshoff

Zoals de titel van dit boek laat zien, schuwt Cohen de grote verbanden niet. ‘Ik ben begonnen met overzichtelijke onderwerpen’, vertelt hij, ‘zoals bij mijn proefschrift over het streven naar vernieuwing van het socialisme in Nederland nu honderd jaar geleden. Tot op de bronnen toe bestuderen van een overzichtelijk onderwerp is de beste manier om het vak in je vingers te krijgen. Het detail télt; daardoor zie je waar de gaten zitten. Je moet alleen, als het even kan, niet in de microhistorie vast blijven zitten.’

Na zijn promotie in 1974 verruilde Cohen de politieke en sociaaleconomische geschiedenis voor de wetenschapsgeschiedenis. De vraag hoe de moderne natuurwetenschap ontstaan is, kreeg hem meer en meer in zijn greep. Hij begon ermee, een studie te maken van bestaande interpretaties en visies op die gebeurtenis. Geleidelijk aan begon zijn eigen kijk zich te vormen, en zo kwam het boek tot stand waarvan De herschepping van de wereld de Nederlandstalige popularisering is.

Cohen vindt de hedendaagse neiging van wetenschappers om zich zo veel mogelijk te specialiseren zowel betreurenswaardig als haast niet te vermijden. ‘Het heeft natuurlijk alles te maken met financiering’, zegt hij. ‘Maar ik heb wel medelijden met wie nu de universiteiten bevolken. Een combinatie van specialiseren en een brede aanpak lijkt me, als je er tenminste de kans toe krijgt en er de aanleg voor hebt, veruit het beste.’ 

Tegen de mythe-vorming
Gevraagd naar het belang van wetenschapsgeschiedenis stelt Cohen eerst een wedervraag. ‘Je moet beginnen met de vraag: waar is geschiedenis goed voor? Daar moet elke historicus voor zichzelf antwoord op geven.’
Zelf heeft hij zijn antwoord klaar. ‘Zonder vaklieden die kunnen vertellen hoe iets zich in het verleden heeft afgespeeld, krijgen mythe en legende de overhand’, zegt hij. Over het recente optreden van anti-vaxxers of klimaatsceptici laat hij zich maar liever niet uit. Het voorbeeld dat hij kiest, ligt iets verder van ons vandaan. In de aanloop naar de Joegoslavische Burgeroorlog van de jaren negentig gebruikte president Milošević de legendevorming rond de Slag op het Merelveld uit 1389, toen het Servische leger een nederlaag leed tegen het Ottomaanse Rijk, als middel bij zijn streven om de Joegoslavische federatie op te doeken en van Servië een afzonderlijke, etnisch homogene staat te maken. ‘Milošević’ ophitserij paste helemaal in wat historicus Eric Hobsbawm “the invention of tradition” heeft genoemd’, zegt Cohen. ‘Echt, er moeten vaklui rondlopen die mythe en een redelijke interpretatie van de bekende feiten uit elkaar weten te houden. Je kunt alleen maar hopen dat er naar ze geluisterd wordt. Maar als niemand de mythen en legenden met een beroep op de feiten kan tegenspreken, gaat het met een samenleving hoe dan ook mis. Dát is de rechtvaardiging.’

Wetenschappelijke Revolutie
Zo’n veertig jaar heeft Cohen gewijd aan de Wetenschappelijke Revolutie van de zeventiende eeuw. Hij verdiepte zich onder meer in het werk van Galilei, Kepler, Beeckman, Descartes, Christiaan Huygens en Newton.
‘In een tijdsbestek van net een eeuw ontstond het besef dat wij als mensen ons een geldig inzicht kunnen verwerven in fundamentele natuurwetten, én dat die nieuwe natuurkundige kennis ook nog eens praktisch toepasbaar is’, verduidelijkt hij. ‘Zo bleek het nu bijvoorbeeld mogelijk voor de opvarenden van een schip op de Atlantische Oceaan om met alle vereiste precisie te bepalen hoever het zich intussen verwijderd heeft van de meridiaan van Greenwich. Dat was een probleem waar alle zeevarende naties mee zaten, en koningen en regeringen hadden er letterlijk astronomische bedragen voor over om de oplossing te vinden. Of neem James Watt. Zonder een hele reeks vóór 1600 ondenkbare, modern-natuurwetenschappelijke inzichten had hij nooit de stoommachine uit kunnen vinden waarzonder de Industriële Revolutie, en daarmee onze moderne wereld, volstrekt ondenkbaar is.’

Intellectuele modes
Cohen staat erom bekend dat hij als wetenschapper de controverse niet uit de weg gaat. ‘Toen ik met mijn dissertatie bezig was, voerde onder sociaal-historici, en trouwens ook ver daarbuiten, het marxisme de boventoon’, vertelt hij. ‘Ik had met grote belangstelling Das Kapital en de complete Marx-Engels correspondentie gelezen, dus ik wist waar ik het over had, alleen, mijn sympathie had die leer niet. Dat heeft me meteen aan het begin van mijn loopbaan niet bepaald populair gemaakt. Het was mijn eerste kennismaking met modevorming onder intellectuelen, en ik merkte meer en meer hoe bepalend die kon zijn. Die ervaring heeft me meteen en voorgoed allergisch gemaakt voor wetenschappelijke modes. Trouwens, ergens in mijn DNA moet ik een gen hebben zitten dat me behoorlijk ongevoelig maakt voor gewoon maar meedoen. Toen in de jaren ’80 het wetenschapsrelativisme opkwam, heb ik er wel degelijk leerzame dingen van opgestoken, maar met de golf mee gaan zwemmen, nee hoor. En het is waar, daar heb ik inderdaad niet bedeesd of voorzichtig mijn mond over gehouden.’

In het Nederlands
Cohens geliefde is Marita Mathijsen, emeritus-hoogleraar Moderne Nederlandse letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam, met wie hij nu achttien jaar samen is. Zij inspireerde hem tot het schrijven van De herschepping van de wereld, een boek dat in het Engels, Duits en Chinees is vertaald en dat in 2008 werd bekroond met de jaarlijkse Eurekaprijs voor wetenschapscommunicatie.

‘Schrijven voor een breed publiek is voor mij steeds belangrijker geworden’, zegt hij. ‘Toen we elkaar leerden kennen, zei Marita dat ze dat grote dikke boek van me niet ging lezen, ik moest er maar een Nederlandstalige samenvatting van maken, en de titel was De herschepping van de wereld. We spraken af dat zij elk hoofdstuk mee zou lezen en dat, als zij iets niet snapte, ik dat als zou opvatten als een teken dat ik die kwestie niet helder genoeg had uitgelegd. Meestal bleek dan dat ik een stap in mijn redenering onvoldoende had geëxpliciteerd.’

De verengelsing van het universitair onderwijs zit hem meer en meer dwars. ‘Toen eind jaren ’80 onderwijsminister Jo Ritzen voorstelde om voortaan alle colleges in het Engels te geven, heb ik er meteen een column aan gewijd. In veel bètavakken kan er goede reden zijn om de colleges in het Engels te geven. Maar in al die geheel of ten dele op eigen land betrokken vakgebieden in de sociale en de geesteswetenschappen? Nee, die moeten gewoon in onze eigen taal, net als dat elders op de aardbol toegaat, en wie van buiten komt, doet maar wat moeite om zich het Nederlands op het vereiste niveau eigen te maken. Zoals het nu gaat, zijn we op termijn bezig onze eigen taal om zeep te helpen. Want als wij die zelf niet meer spreken, wie gaat het dan voor ons doen?’