Verslag uitreiking KHMW Van der Aa Oeuvreprijs, KHMW Van der Knaap Proefschriftprijs en KHMW Proefschriftprijs Interdisciplinariteit

Verslag uitreiking KHMW Van der Aa Oeuvreprijs, KHMW Van der Knaap Proefschriftprijs en KHMW Proefschriftprijs Interdisciplinariteit

Op dinsdag 28 mei 2024 werden er 's middags tijdens een tweede feestelijke bijeenkomst in het Hodshonhuis nóg eens drie prijzen uitgereikt: de KHMW Van der Aa Oeuvreprijs, de KHMW Van der Knaap Proefschriftprijs en de KHMW Proefschriftprijs Interdisciplinariteit.

KHMW Van der Knaap Proefschriftprijs 2024
De KHMW Van der Knaap Proefschriftprijs wordt sinds 2010 iedere drie jaar uitgereikt, ter bekroning van oorspronkelijk onderzoek op het terrein van de sociale geografie en regionale economie. Dit jaar ging de prijs, waaraan een bedrag van € 10.000,- verbonden is, naar dr. Felix Pot, voor zijn proefschrift The Extra Mile. Perceived Accessibility in Rural Areas, waarop hij in 2023 aan de Rijksuniversiteit Groningen promoveerde.
De jury, bestaand uit prof. dr. Marjolein Caniëls, hoogleraar Organizational Learning aan de Open Universiteit, en prof. dr. Maarten van Ham, hoogleraar stadsgeografie aan de Technische Universiteit Delft, heeft veel waardering voor Pots onderzoek, dat zowel methodologisch rijk als inhoudelijk relevant is. 'Vooral in een tijd waarin de "kloof" tussen stad en platteland als gevolg van schaalvergroting een groeiend onderwerp van discussie is, is het onderzoek van dr. Pot bijzonder relevant', aldus het juryrapport. 'Hij introduceert een vernieuwend perspectief door inzichten rond de beleving van bereikbaarheid af te zetten tegen traditionele bereikbaarheidsanalyses. Hiermee draagt hij bij aan het adresseren van actuele beleidsuitdagingen, zowel inhoudelijk als methodologisch.'
Het juryrapport werd voorgelezen door prof. dr. Wim B. Drees, wetenschappelijk secretaris geestes- en maatschappijwetenschappen van de KHMW. De prijs werd uitgereikt in het bijzijn van de naamgever en donateur van de prijs, prof. dr. Bert van der Knaap.

Lees hier het juryrapport van de KHMW Van der Knaap Proefschriftprijs 2024.
Lees hier een interview met Felix Pot, laureaat.

V.l.n.r. prof. dr. Bert van der Knaap (donateur), Felix Pot (laureaat), Wim B. Drees (wetenschappelijk secretaris KHMW), Linda Hovius (voorzitter KHMW)

Felix Pot vertelt over zijn onderzoek.

 

KHMW Proefschriftprijs Interdisciplinariteit 2024
Dr. Elizabeth Schram-Mulley (ESM) Stichting stelt sinds 2023 jaarlijks een proefschriftprijs van € 10.000,- beschikbaar ter bekroning van onderzoek met een bijzonder interdisciplinair karakter dat de grenzen tussen de klassieke alfa/bèta/gamma-wetenschapsgebieden overbrugt. De prijs, die dit jaar voor de tweede keer werd uitgereikt, ging naar dr. Janna de Boer, voor haar proefschrift Voices. A clinical computational psycholinguistic approach to language and hallucinations in schizophrenia spectrum disorders, waarop ze in 2023 aan de Rijksuniversiteit Groningen is gepromoveerd.
De jury, bestaande uit prof. dr. Winald Gerritsen, emeritus-hoogleraar immunotherapie, i.h.b. urologische tumoren aan het Radboud UMC, prof. dr. ir. dr.h.c. Joost-Pieter Katoen, hoogleraar Formal Methods aan de Universiteit Twente, prof. dr. Aafke Komter, emeritus-hoogleraar comparative studies of social solidarity aan de Universiteit Utrecht, en prof. dr. Eric Moormann, emeritus-hoogleraar klassieke archeologie Radboud Universiteit, was niet alleen onder de indruk van het interdisciplinaire karakter van De Boers aanpak, maar ook van de praktische toepasbaarheid van haar bevindingen. De jury schrijft: 'Dit proefschrift is naar het oordeel van de jury om drie redenen een voortreffelijke kandidaat voor de toekenning van de KHMW-prijs: (1) het laat zien hoe interdisciplinair onderzoek tot vernieuwende inzichten kan leiden in de wijze waarop SSD via gesproken en waargenomen taal tot uitdrukking komt; (2) het toont de diagnostische mogelijkheden (bijv. het onderscheiden van variaties op het SSD-spectrum) aan van computergestuurde taalanalyses op het gebied van SSD en andere psychiatrische aandoeningen; (3) de bredere toepasbaarheid in de klinische praktijk (bijv. voorspelling van risico op SSD) vormt een belangrijk pluspunt van dit proefschrift. De complexe thematiek van dit proefschrift weet Janna de Boer bovendien in een uitermate heldere en ook voor leken toegankelijke stijl te presenteren.'

Lees hier het juryrapport van de KHMW Proefschriftprijs Interdisciplinariteit.
Lees hier een interview met Janna de Boer, laureaat.

V.l.n.r. Cees Hoogenboom (bestuurslid ESM Stichting), Janna de Boer (laureaat), Aafke Komter (jurylid), Linda Hovius (voorzitter KHMW)

Janna de Boer

 

KHMW Van der Aa Oeuvreprijs
De KHMW Van der Aa Oeuvreprijs werd dit jaar voor het eerst uitgereikt. De KHMW Van der Aa Oeuvreprijs is bedoeld voor een wetenschapper die zich verdienstelijk heeft gemaakt op het gebied van de geestes- en maatschappijwetenschappen. Aan deze prijs is een geldbedrag van € 25.000,- euro verbonden. De eerste winnaar van de KHMW Van der Aa Oeuvreprijs is prof. dr. Paul van Lange, hoogleraar Sociale Psychologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
Volgens de jury, bestaand uit prof. dr. Damiaan Denys, hoogleraar psychiatrie aan de Universiteit van Amsterdam, prof. dr. Hilde Geurts, hoogleraar klinische neuropsychologie aan de Universiteit van Amsterdam, prof. dr. Peter van Koppen, emeritus-hoogleraar rechtspsychologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam, en prof. dr. Hanna Swaab, hoogleraar neuropedagogiek en ontwikkelingsstoornissen aan de Universiteit Leiden, stak Paul van Lange met kop en schouders boven de andere genomineerden uit. 'Paul van Lange heeft op vruchtbare wijze concepten als coöperatie, vertrouwen, reputatie, heuristieken en normatief gedrag tot onderwerp van onderzoek gemaakt en is in staat gebleken daaruit directe lijnen te trekken naar de actualiteit van alledag en adviezen te geven over prangende maatschappelijke problemen', aldus het juryrapport.

Lees hier het juryrapport van de KHMW Van der Aa Oeuvreprijs.
Lees hier een interview met prof. dr. Paul van Lange, laureaat.

 

Paul van Lange ontvangt de oorkonde uit handen van jurylid Peter van Koppen; Linda Hovius (voorzitter KHMW) staat klaar met de medaille.

Paul van Lange over het belang van reputatie.

V.l.n.r. Yvonne van Rooy (juryvoorzitter Proefschriftprijs Interdisciplinariteit), Janna de Boer (laureaat), Aafke Komter (jurylid), Felix Pot (laureaat), prof. Van der Knaap (donateur), Paul van Lange (laureaat), Peter van Koppen (jurylid), Linda Hovius (voorzitter KHMW), Wim B. Drees (wetenschappelijk secretaris KHMW), Hilde Geurts (jurylid Van der Aa Oeuvreprijs), Cees Hoogenboom (ESM Stichting), Fusien Bijl de Vroe-Verloop (juryvoorzitter Van der Aa Oeuvreprijs)

Klik hier om naar een verslag van het ochtendprogramma te gaan: de uitreiking van de KHMW Langerhuizen Oeuvreprijs en de KHMW Langerhuizen Bate. 

Foto's: Anja Robertus

Felix Pot, winnaar KHMW Van der Knaap Proefschriftprijs 2024: “Het gaat goed met het platteland, dankzij de auto”

De KHMW Van der Knaap Proefschriftprijs 2024 is toegekend aan dr. F.J. (Felix) Pot. Na studies Economische geografie in Groningen en Transport, infrastructuur en logistiek in Delft promoveerde Pot op 7 september 2023 aan de Rijksuniversiteit Groningen op een proefschrift getiteld The Extra Mile. Perceived Accessibility in Rural Areas.

Felix Pot

Wat is het verschil tussen de bereikbaarheid van de voorzieningen op het platteland en de beleving van deze bereikbaarheid?
Er wordt vaak gesproken over de “kloof” tussen stad en platteland. Dan wordt er gezegd dat de kwaliteit van leven op het platteland alleen maar achteruitgaat. Dat alles daar wegtrekt en dat we daar iets aan moeten doen. De bussen moeten terug! De voorzieningen moeten terug!
Maar je kunt er ook anders naar kijken. Je kunt je afvragen hoe erg mensen het eigenlijk vinden dat er zo’n kloof bestaat. Dus dat ben ik gaan vragen.
Afgemeten aan het aantal voorzieningen, bleken de verschillen tussen stad en platteland inderdaad erg groot. Maar dat gold niet voor het verschil in beleving. Mensen op het platteland bleken net zo tevreden over de bereikbaarheid van voorzieningen als in de stad. Dat was verrassend, maar het leverde ook inzicht op in hoe je met die kloof kunt omgaan, hoe je die beoordeelt. Misschien leidt dat dan ook wel tot andere oplossingen dan alleen maar dat “alle bussen terug”.
Dat mensen op het platteland net zo tevreden zijn als in de stad is vooral dankzij de auto. De auto zorgt ervoor dat veel voorzieningen uit het dorp wegtrekken. Mensen zijn mobieler geworden, dus ze kunnen verderop voorzieningen bezoeken. Maar dat doen ze alleen als de voorzieningen verderop meer te bieden hebben. En dat is ook zo.
Vergelijk het maar met de situatie van 1950, toen elk dorp een bakker, een slager, een buurtsuper en een melkboer had. De meeste mensen zijn erop vooruitgegaan sinds de intrede van de auto, de schaalvergroting en de concentratie van voorzieningen. Dat zie je terug in de belevingscijfers.
Het nadeel is dat zo’n autogerichte maatschappij, die voor de meeste mensen beter uitpakt dan de situatie uit 1950, ook mensen uitsluit. Je hebt namelijk wel een auto nodig! Dat sluit mensen uit die niet kunnen rijden, of die te weinig geld hebben om te kunnen rijden. Daar komt bij dat de auto niet het meest milieuvriendelijke vervoermiddel is.

Is dat een stadse manier van denken, dat idee dat alles op loopafstand moet zijn?
Lokale bereikbaarheid is in de recente stadsplanning inderdaad een belangrijk concept. Steden zijn de afgelopen decennia steeds meer ingesteld geraakt op de auto, met bijvoorbeeld snelwegen en parkeerplaatsen. Dat heeft allerlei nadelen met zich meegebracht. De auto neemt veel ruimte in; steden hebben last van geluidoverlast en luchtvervuiling. Daarom hoor je juist in de steden een roep naar meer nabijheid van voorzieningen. En dat wordt geprojecteerd op het platteland, terwijl de geografie daar totaal anders is.

Zo te horen gaat het op het platteland dus eigenlijk best wel goed met de bereikbaarheid van voorzieningen. Zitten er toch nog ergens pijnpunten?
Dat het op het platteland zo goed gaat, is dus dankzij de auto. Maar die auto wringt steeds meer met doelstellingen rond sociale inclusie en de leefomgeving. Dat soort problemen valt in een stad relatief makkelijk op te lossen. Zo komt er in de steden steeds meer ruimte voor de fiets en het OV, en er zijn kwantitatief ook veel voorzieningen. Dus kun je de auto daar met relatief weinig verlies aan mogelijkheden weren. Op het platteland is dat niet zo. Als je daar, omwille van milieudoelstellingen en sociale-inclusiedoelstellingen, de autoafhankelijkheid wil terugdringen, betekent dat dat mensen veel minder mogelijkheden krijgen dan nu.

Luistert de politiek naar uw aanbevelingen?
Dat weet ik niet. Wat mijn onderzoek laat zien, is dat je je niet blind moet staren op zogenaamde objectieve data. Die vertellen je uiteindelijk weinig. Uit onderzoek naar de beleving kom je veel meer te weten over wat begrippen als “afstand” en “bereikbaarheid” voor mensen betekenen. Daar zou de politiek dan ook zijn oplossingsrichting op moeten baseren.

Hoe bent u bij uw onderzoek te werk gegaan?
Transportwetenschap is over het algemeen sterk kwantitatief; het vakgebied wordt gedomineerd door ingenieurs en economen. Voor mijn onderzoek wilde ik transport koppelen aan de beleving; dan heb je het over kwalitatief onderzoek. Ik wilde een brug slaan tussen de kwantitatieve en de kwalitatieve wereld. Dat betekent dat ik methodes nodig had die aan beide kanten aansluiten. Ik ben begonnen met een conceptueel hoofdstuk. Vervolgens heb ik vragenlijst-onderzoek gedaan; dat is in principe kwalitatief, maar het levert toch ook veel kwantitatieve gegevens op. Ten slotte heb ik kwalitatief onderzoek gedaan, om meer duiding te geven aan de cijfers die ik had gevonden. Het was dus een gemengde benadering die je vervolgens weer moet overstijgen om tot een afgerond verhaal te komen.

Wat betekent het winnen van de KHMW Van der Knaap Proefschriftprijs voor u?
Het mooiste van deze prijs vind ik dat een onafhankelijke club mensen mijn proefschrift bekeken heeft en het relevant vond. Dat geeft me veel voldoening. Het geeft me ook vertrouwen om deze lijn van onderzoek, die ik zelf bedacht heb, voort te zetten.