Jan Brouwer Conferentie: Migratie en integratie vanuit het perspectief van de samenleving

Bekijk hier het videoverslag van deze conferentie gehouden op 28 januari 2019 in het Hodshon Huis.

Met Wouter Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Maurice Crul, hoogleraar diversiteit en onderwijs aan de Vrije Universiteit Amsterdam en voorzitter IMISCOE, en Mark Bovens, hoogleraar bestuurskunde aan de Universiteit Utrecht en lid van de WRR.

En lees hieronder het schriftelijk verslag van de conferentie:

Jan Brouwer Conferentie over Samenleving en Migratie: het gaat al lang niet meer over Turken en Marokkanen

Het Nederlandse integratiebeleid is aan herziening toe. Tweederde van alle migranten komt tegenwoordig uit andere landen dan traditionele migratielanden als Turkije, Marokko, Suriname en de Antillen. Sterker nog, Turkije en Marokko hebben inmiddels een negatief migratiesaldo. En een steeds diversere samenleving eist een ander beleid om de samenhang in de samenleving in stand te houden. Dat bleek bij de Jan Brouwer Conferentie van de Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen. De aula van het Hodshonhuis was tot de laatste stoel bezet, niet in het minst vanwege de aanwezigheid van minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

De Jan Brouwer Conferentie wordt georganiseerd door het gelijknamige fonds, gesticht door oud-president-directeur van Shell Jan Brouwer. Het Fonds wil een stimulans geven aan multidisciplinair maatschappij-georiënteerd onderzoek, dat kan bijdragen aan de oplossing van maatschappelijke problemen. De locatie matchte dit jaar wel heel goed met het thema, constateerde ook minister Koolmees: de betovergrootvader van Keetje Hodshon emigreerde immers als koopman vanuit het Verenigd Koninkrijk naar Nederland om zich hier permanent te vestigen.

Achterhaald beeld

Drie sprekers schotelden de aanwezigen een interessant programma voor, waarin menig toehoorder de ogen werd geopend. Zo telt Nederland maar liefst 223 verschillende nationaliteiten (bron: rapport Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) mei 2018). Die versnippering heeft vooral de afgelopen tien tot vijftien jaar plaatsgevonden. Nog maar één derde van de migranten in Nederland behoort tot de traditionele groepen van Turken en Marokkanen. Tweederde behoort tot die grote ‘restcategorie’.

“Beleidsmakers en de media hanteren een achterhaald beeld”, zegt Mark Bovens, hoogleraar Bestuurskunde (UU) en verbonden aan de WRR.“Altijd maar weer die foto van iemand met een Turkse of Marokkaanse achtergrond. Terwijl steden en wijken steeds diverser worden.” De steden veranderen in meerderheids-minderheidssteden, dat wil zeggen dat geen énkele groep nog een meerderheid heeft: superdiversiteit. Amsterdam is daar hét voorbeeld van, vertelt hoogleraar Diversiteit en Onderwijs Maurice Crul (VU).

Wetenschappers drukken die diversiteit uit in de zogeheten Herfindahl-Hirschman-index (HHI). Die laat zien hoe groot de kans is dat als twee mensen elkaar tegenkomen in een wijk, stad of land een van hen een andere nationaliteit heeft. In de grote steden is dat al 70 procent. De meest homogene stad van Nederland is Urk, daar is de kans dat je iemand van andere herkomst tegenkomt 0,06 procent. In Nederland ligt het gemiddelde op 38 procent.

Sociale cohesie

Dat heeft gevolgen voor de sociale cohesie in een wijk, aldus Bovens. Uit onderzoek blijkt dat hoe diverser de woonomgeving, hoe minder bewoners zich er thuis voelen. “Ze trekken zich terug in hun schulp en durven de deur niet meer uit omdat ze bang zijn voor criminaliteit.” Crul bepleit daarom meer aandacht voor die nieuwe realiteit. In Amsterdam is nog maar een op de drie jongeren onder de 15 jaar van Nederlandse afkomst, inclusief migranten met Nederlandse ouders. “Kinderen van nieuwe migranten in Amsterdam Nieuw-West of Zuidoost zitten in klassen waar Nederlandse kinderen in de minderheid zijn. Zij integreren dus met andere migrantenkinderen. Dat is een andere dynamiek dan in de jaren '70 en '80.” In die nieuwe benadering moet ook aandacht zijn voor de kinderen van Nederlandse afkomst, die nu een ‘nieuwe minderheid’ vormen.

Die situatie wordt de komende jaren onderzocht in het Europese project Becoming A Minority (BAM). Daarbij kijken de onderzoekers naar de problemen, maar ook naar de kansen in meerderheids-minderheidssteden. Crul: “Voor mensen van Nederlandse afkomst is er ook iets te winnen. Het is belangrijk dat ze aansluiten bij nieuwe netwerken, want hun eigen Nederlandse netwerk wordt steeds kleiner. En mensen die in staat zijn om in die nieuwe netwerken te functioneren, hebben een voordeel. Iemand die dat kan, blijkt zich meer thuis en veiliger te voelen in die superdiverse stad.”

Samenredzaamheid

Het handhaven van samenhang wordt de grote uitdaging, zeggen zowel Bovens als Crul. De enige manier waarop dat kan, lijkt maatwerk. One size fits all werkt niet meer, omdat de situatie in elke gemeente anders is. “En dat is een behoorlijke opgave”, erkent Bovens. “Daarom moeten we ook nadenken over lichte inburgeringscursussen, bijvoorbeeld voor kennismigranten. Zij hebben geen inburgeringsplicht, maar voor die cohesie is het toch goed als iemand ze wegwijs maakt in Nederland.”

De vraag is hoe die nieuwe aanpak eruit gaat zien. Volgens minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is het duidelijk dat migratie tot een enorme polarisatie heeft geleid in het debat. Op straat, maar ook in de Tweede Kamer. “Ik zie hoe verlammend dit mechanisme werkt. Maar uiteindelijk schieten we onszelf met die ferme taal in de voet”, zei hij. Hoewel hij bewust geen integratienota schreef bij zijn aantreden, werkt hij aan een nieuw inburgeringsbeleid. “Dat is een van mijn topprioriteiten.” Volgens Koolmees is de kans en ruimte voor iedereen om mee te doen in de Nederlandse samenleving de sleutel tot individueel en collectief succes. Niet zelfredzaamheid (waarmee je tegen de ander zegt: zoek het zelf maar uit), maar samenredzaamheid is dan ook volgens Koolmees in ons aller belang.

Lees hier de speech van minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Wouter Koolmees nog eens terug.