Het Herfstdebat ging zondag 29 september over een uiterst actueel thema: AI, kunst en cultuur. Uit de hoge opkomst en de geanimeerde discussie bleek wel dat dit onderwerp de gemoederen flink bezighoudt.

De middag begon met de vertoning van een korte, met behulp van AI vervaardigde video waarin verschillende schilderijen van de 17e-eeuwse schilder Johannes Vermeer tot leven komen en in elkaar overvloeien. Het filmpje zit zo knap in elkaar dat het binnen enkele dagen miljoenen kijkers trok. De maker, Amsterdamse cineast Wytse Koetse, blijft nuchter onder het succes. Want uiteindelijk is niet hij, maar Vermeer in dit geval de ware kunstenaar.

Wytse Koetse vertelt over de totstandkoming van zijn Vermeer-video. Hoewel AI ons leven aanzienlijk vergemakkelijkt, is hij er toch nog twee dagen mee bezig geweest (en de nachten erbij).

Het filmpje vormde de opmaat tot drie korte inleidingen. Als eerste gaf José van Dijck, universiteitshoogleraar media en digitale samenleving aan de Universiteit Utrecht, een korte uiteenzetting over wat kunstmatige intelligentie (artificial intelligence, AI) is. Als voorbeeld gebruikte zij een kunstwerk van fotograaf Joost Bolten, die, net als Koetse, ook zelf aanwezig was. AI, vertelde Van Dijck, werkt met datasets, algoritmes en prompts. AI biedt hedendaagse kunstenaars ongekende nieuwe mogelijkheden, maar leidt ook tot bezorgdheid. Wat betekent de opkomst van AI voor de positie van de kunstenaar? En hoe zal het verder gaan met intellectueel eigendom en de authenticiteit van een kunstwerk?

José van Dijck

Fotograaf Joost Bolten (naast Ad IJzerman, wetenschappelijk secretaris KHMW)

Als tweede spreker schetste Taco Dibbits, algemeen directeur van het Rijksmuseum in Amsterdam, een beeld van verschillende manieren waarop AI nu al in de dagelijkse museumpraktijk toegepast wordt. Zo zijn er talloze gegevens over Rembrandts schilderstijl (zoals kleurgebruik en textuur) in de computer ingevoerd, en die kennis is gebruikt om ontbrekende delen van de Nachtwacht te reconstrueren.

Toen het Rijksmuseum gevraagd werd om door middel van AI een ‘nieuwe Rembrandt’ te creëren, heeft het museum ervoor gekozen hier niet aan mee te werken. Zo’n experiment zou volgens Dibbits afbreuk doen aan Rembrandts creativiteit, omdat Rembrandt zijn publiek telkens weer wist te verrassen met iets nieuws. AI, daarentegen, gaat uit van het gemiddelde, en en er komt dus altijd een voorspelbaar (zo niet: mediocre) beeld uit. ‘De creativiteit schuilt in de opdrachten die je het programma geeft en de keuzes die daarbij gemaakt worden’, zegt Dibbits. ‘AI zelf kent nauwelijks of geen toeval; het is een programma.’

In het Rijksmuseum wordt AI ook ingezet om beschrijvingen te genereren van alle 8000 items in de collectie – een klus waar het museum zelf de menskracht niet voor heeft. Dankzij deze beschrijvingen krijgen blinden en slechtzienden ook een indruk van wat het museum allemaal te bieden heeft.

Taco Dibbits

De derde spreker was Natali Helberger, universiteitshoogleraar recht en digitale technologie met een speciale focus op AI aan de Universiteit van Amsterdam. Zij verwees naar het kunstwerk ‘Channeling’ van Christopher Meerdo. Hiervoor heeft Meerdo het archief van de CIA gebruikt over de dood van Osama Bin Laden in 2011. Met behulp van AI heeft Meerdo de ongeveer 7000 stukken uit dit archief omgezet in een eindeloze stroom beelden die steeds verandert en nooit hetzelfde is. Door zijn gebruik van geheime datasets levert Meerdoo volgens Helberger kritiek op de manier waarop door de overheid en in de media zekere feiten gerepresenteerd worden.

Dit voorbeeld roept volgens Helberger fundamentele vragen op. Had de kunstenaar het recht om bepaalde data te gebruiken? Wie kan zich nog kunstenaar noemen? En hoe zit het met auteursrecht? Duidelijk is dat de kunstenaar nog steeds bepaalde keuzes maakt (zoals welk materiaal gebruikt wordt), en dat het algoritme vervolgens bepaalt hoe dat getoond wordt.

Natali Helberger


De prompteur als kunstenaar

Na de drie inleidingen volgde een rondetafelgesprek, geleid door Henk de Jong, ondervoorzitter van de KHMW.

Zou Taco Dibbits het kunstwerk van Christopher Meerdo in ‘zijn’ Rijksmuseum willen hebben, wil De Jong weten. Wat dit kunstwerk voor hem interessant maakt, antwoordt de museumdirecteur, is Meerdo’s keuze voor een bepaalde dataset. In dit geval gaat het om een verborgen archief van de CIA over de dood van Osama Bin Laden. Dat is spannend.

AI genereert een product op basis van de prompts die ingegeven worden. Kun je nog zeggen dat de ‘prompteur’ – naar analogie van een dompteur – een kunstenaar is, vraagt De Jong vervolgens aan Van Dijck.

Volgens Van Dijck is die vraag niet nieuw. ‘Twintig jaar geleden hadden we dit soort gesprekken ook over de opkomst van videokunst.’ Toch brengt AI nieuwe morele vragen met zich mee, bijvoorbeeld over het materiaal dat gebruikt wordt, en de herkomst daarvan. ‘Daar hebben we steeds minder zicht op’, geeft Van Dijck toe. ‘En hoewel we er druk mee bezig zijn, lopen we met de regelgeving onvermijdelijk achter de technische ontwikkelingen aan.’

Mensen zijn vaak bang voor AI, merkt Helberger op. Er doen allerlei doemscenario’s de ronde. Er wordt vaak gedacht in termen van de risico’s die AI met zich mee brengt. ‘Het doet me goed om het onderwerp vanmiddag ook eens positief te benaderen. AI biedt zoveel mogelijkheden, ook voor wetenschappers. En het verlaagt de drempel voor iedereen om creatief te worden.’

Alle sprekers beamen dat AI vooroordelen kan versterken. In Noord-Europa en de Verenigde Staten bestaan er heel gedetailleerde datasets. In armere landen zijn die er niet, of in mindere mate. Daardoor ontstaat er een vertekend beeld. (Een bekend voorbeeld is dat AI een ‘bisschop’ tot voor kort steevast voorstelde als een witte man, terwijl er ook vrouwelijke bisschoppen zijn, en bisschoppen van kleur.) Het is een uitdaging om betrouwbare bronnen te gebruiken. Volgens Van Dijck hebben we er niet altijd zicht op welke datasets gebruikt worden. Daarom is het belangrijk dat er een gedragscode opgesteld wordt, vindt Helberger.


Auteursrecht

En dan is het tijd voor vragen uit het publiek. Meerdere aanwezigen vragen zich af of auteursrecht, gezien de technologische ontwikkelingen, geen achterhaald begrip is. Wat zou er gebeuren als je dat zou loslaten?

Natali Helberger vindt het een interessante vraag. Maar ook deze vraag is niet nieuw. Met de opkomst van het internet werden bijvoorbeeld vergelijkbare vragen gesteld. Een voorlopig antwoord moet zijn dat het auteursrecht kunstenaars en uitgevers nog een zekere mate van bescherming biedt.

Taco Dibbits wijst erop dat we inderdaad in een overgangsfase zitten. ‘Met de opkomst van streamingsdiensten – eerst Napster en nu Spotify – hebben we hetzelfde gezien. Cd’s zijn minder belangrijk geworden. Toch geven we vandaag de dag meer geld dan ooit uit aan muziek. Maar dat geld komt vooral ten goede aan de streamingsdiensten. Als reactie zie je dat artiesten meer zijn gaan toeren, en dat dát hun nieuwe verdienmodel is geworden.’ Het Rijksmuseum heeft jaren geleden al besloten het beeldrecht over de kunstwerken uit de collectie vrij te geven.


Verdwijnende oorsprong

Een andere vragensteller wil weten wat het kunstwerk van Christopher Meerdo voor Dibbits interessant maakt: de dataset die aan het kunstwerk ten grondslag ligt, of het eindproduct, het kunstwerk zoals dat zich aan de beschouwer voordoet? In dit geval gaat het om een conceptueel kunstwerk, redeneert Dibbets. ‘Het bronnenmateriaal maakt het superinteressant. Het werk zet me aan het denken. Dan vind ik de vraag of iets mooi of lelijk is, minder relevant.’

Voor een andere vragensteller is dat niet genoeg. Ze refereert aan de recente overzichtstentoonstelling van Kandinsky in het H’ART Museum in Amsterdam. In haar waardering voor Kandinsky’s schilderijen speelt haar kennis van het levensverhaal van de schilder een rol. ‘De oorsprong is belangrijk’, verklaart ze.

Van Dijck zich haar gevoel wel voorstellen. ‘Onze waardering is niet alleen esthetisch, maar ook: waar komt het vandaan?’ AI levert telkens een andere uitkomst op. Die veranderlijkheid brengt overigens weer een heel ander probleem mee, namelijk: ‘hoe sla je het op, hoe bewaar je het?’

Volgens Dibbits laat het voorbeeld van Kandinsky zien dat onze waardering te maken heeft met kennis. In het geval van Christopher Meerdo kwam die waardering voort uit onze kennis van de gebruikte dataset. De vraag is dan hoe het museum een kunstwerk presenteert en welke context het aanreikt.

Tot slot
Het kunstwerk van Joost Bolten dat door Van Dijck getoond werd, heeft als titel ‘Human Figures’. Het is gemaakt met Midjourney, een creatief AI-platform dat afbeeldingen genereert op basis van ‘prompts’ van de kunstenaar. Midjourney weigerde echter Boltons kunstwerk weer op te nemen in het eigen databestand, omdat het te expliciet zou zijn. Roerige tijden kortom….

 

De drie sprekers samen met moderator Henk de Jong, ondervoorzitter KHMW

Foto’s: Anja Robertus