De KHMW Langerhuizen Oeuvreprijs gaat dit jaar naar professor Christine Mummery, hoogleraar Ontwikkelingsbiologie bij het Leids Universitair Medisch Centrum. Mummery’s onderzoek is erop gericht nieuwe medicijnen voor hart- en vaatziektes te vinden. Rond het jaar 2000 hield ze zich als een van de eersten in Nederland bezig met stamcelonderzoek.
Door de omgeving van een stamcel op een heel specifieke manier te veranderen kan Christine Mummery die stamcel laten ontwikkelen tot een hartcel of een bloedvatcel. Ze gebaart met haar handen, in en uit: ‘Je gaat dus ván een gewone cel naar iets wat klopt als een menselijk hart.’ Vervolgens voegt ze in een petrischaaltje medicijnen aan de bewerkte (‘gedifferentieerde’) cel toe om te zien hoe de cel reageert.
Pionierswerk
Stamcelonderzoek was lange tijd omstreden. Eind jaren negentig slaagden Amerikaanse onderzoekers er voor het eerst in menselijke embryonale stamcellen te genereren uit zogenaamde ‘restembryo’s’ die waren overgebleven bij IVF (reageerbuisbevruchting). In Nederland was het gebruik van restembryo’s voor onderzoek toen nog verboden. Mummery kreeg echter van een Australische collega embryonale stamcellen aangeboden die ze kon gebruik voor onderzoek. Els Borst, de toenmalige minister van Volksgezondheid, moedigde Mummery aan de cellen samen met haar team in Australië te gaan ophalen. ‘Om stamcellen uit embryo’s te halen was in Nederland verboden, maar er was geen belemmering om cellen van elders te importeren’, aldus Mummery. Minister Borst werkte indertijd aan een wetsvoorstel over het gebruik van embryo’s voor onderzoek. ‘Wij hebben die stamcellen opgehaald, en mede daardoor is het voorstel door de Tweede Kamer gekomen’, zegt Mummery. De Australische stamcellen stelden Mummery in staat om in 2000 als eerste in Nederland hartcellen te maken. De Embryowet werd twee jaar later van kracht.
Toen ze in 2007 als Radcliffe Fellow een jaar aan de Harvard University doorbracht, leerde Mummery daar echter een nieuwe manier kennen om menselijke cellen te maken, de zogenaamde ‘geïnduceerde pluripotente stamcellen’ (iPSC). Door bepaalde stukjes erfelijk materiaal (DNA) in te brengen in een gewone cel – bijvoorbeeld een huid- of bloedcel – konden nieuwe stamcellen gegenereerd worden. Shinya Yamanaka uit Japan en John Gurdon uit Engeland zouden voor deze ontdekking samen in 2012 de Nobelprijs krijgen. Maar tijdens Mummery’s verblijf op Harvard werd hier ook al aan gewerkt. Toen ze in 2008 terug was in Nederland, ging Mummery met haar team aan de slag met DNA uit Harvard. ‘Wij waren de eersten die het in Nederland voor elkaar kregen.’
Het voordeel van de nieuwe werkwijze was dat de stamcellen nu afkomstig waren van de patiënt zelf. Bij een hartpatiënt konden de stamcellen bijvoorbeeld worden omgezet in zieke hartcellen. Mummery: ‘Op die manier verkregen we hartcellen die dezelfde ziekteverschijnselen vertoonden als de patiënt.’ Vervolgens kon de zieke stamcelmedicijnen toegediend krijgen met de bedoeling het juiste medicijn te vinden voor die ene patiënt.
Het gebruik van restembryo’s stuitte op veel bezwaren, vooral van christenen, omdat het christelijk geloof zegt dat het menselijk leven begint bij de bevruchting. Bij de nieuwe werkwijze met iPSCs kwamen er geen embryo’s meer aan te pas. Toch roept het woord ‘stamcel’ bij sommigen nog steeds vragen op. En inmiddels heeft Mummery er een tegenstander bij: de privacywetgeving. ‘Tegenwoordig kunnen we aan de hand van een DNA-profiel vaststellen wie wie is. Het materiaal is geanonimiseerd, maar als zo’n DNA-sequentie bekend is, is het in principe mogelijk om erachter te komen wie het is.’
Nieuwe technologieën
Christine Mummery is geboren in Engeland. Ze promoveerde in 1978 aan de University of London, en ze begon haar loopbaan als postdoc bij het Hubrecht Instituut in Utrecht met een beurs van de Britse Royal Society. In 2002 werd ze hoogleraar Ontwikkelingsbiologie aan de Universiteit Utrecht. Na haar sabbatical in Harvard maakte ze in 2008 de overstap naar het Leids Universitair Medisch Centrum waar ze hoofd werd van de afdeling Anatomie en Embryologie. Tussen 2015 en 2023 was Mummery daarnaast deeltijdhoogleraar Vascular Modelling aan de Universiteit Twente. Daar combineerde ze patiënt-iPSCs met Orgaan-op-Chip-modellen.
In haar lange carrière heeft Mummery al heel wat wetenschappelijke veranderingen meegemaakt. Recente ontwikkelingen waar ze buitengewoon enthousiast over is, zijn de opkomst van kunstmatige intelligentie (‘AI’), en die van robotica. AI kan gebruikt worden om beelden van cellen te analyseren. AI heeft het werk voor onderzoekers aanzienlijk vergemakkelijkt, vindt Mummery. En robots helpen het werk veel sneller en met grotere precisie te doen. ‘Drie jaar geleden deden we alles nog met de hand’, vertelt ze. ‘Nu werken we met robotten die 24/7 kunnen doorgaan. Konden we vroeger in een bepaalde tijd vijf stofjes testen, nu zijn dat er 2000.’ In Mummery’s ervaring zijn de resultaten, zowel bij AI als bij robots, bijna foutloos. ‘Dat betekent dat onze uitkomsten veel beter te reproduceren zijn.’ Ze concludeert tevreden: ‘In mijn hele loopbaan ben ik nooit zo dicht bij een punt geweest dat wij – mijn team en ik – medicijnen ontdekken waarmee we patiënten kunnen genezen en dat kunnen bewijzen in een grootschalige klinische trial…’
De uitreiking van de KHMW Langerhuizen Oeuvreprijs vindt plaats op woensdag 9 juli 2025. Meer informatie over de prijsuitreiking volgt.