De Martinus van Marumprijs 2024 gaat naar Charlotte Vogt. De prijs komt voor de 32-jarige scheikundige als een aangename verrassing, vooral, zegt ze, ‘omdat hij uit Nederland komt’. Vogt verhuisde al voor haar promotie naar Israël. Sinds 2021 staat ze aan het hoofd van haar eigen onderzoeksgroep aan het Technion – Israel Institute of Technology in Haifa.
Dit interview, via Zoom, vond plaats in de tweede week van mei, toen Nederland werd opgeschrikt door pro-Palestijnse demonstraties bij meerdere Nederlandse universiteiten.

Charlotte Vogt kwam al vroeg in aanraking met de scheikunde. Haar vader, Eelco Vogt, is hoogleraar Heterogene Industriële Katalyse aan de Universiteit Utrecht. Hij kan prachtig over zijn vak vertellen. ‘Toen ik op de middelbare school tegen vriendinnen zei dat ik scheikunde ging studeren, begrepen ze dat niet’, zegt Vogt nu. ‘Misschien had ik, als ik mijn vader niet had gehad, ook zo gedacht. Ik zet me daarom graag in voor gendergelijkheid en popularisatie van wetenschap. Ik voel me verantwoordelijk om anderen deze kans, die ik zelf redelijk arbitrair gekregen heb, ook te geven.’
Het is niet verwonderlijk dat Vogt als scheikundige uit haar vaders schaduw wilde treden. ‘De eerste jaren van mijn promotietraject heb ik extreem hard gewerkt’, zegt ze. ‘Letterlijk: tot ik erbij neerviel. Ik wilde bewijzen dat ik – als vrouw, en ook als mijn vaders dochter – ook zélf kon slagen, en vond het mijn plicht iets positiefs doen met alles wat me was meegegeven. Ik richtte me volledig op mijn onderzoek en sloot me af voor alles daarbuiten. Toen duidelijk werd dat ik als wetenschapper talent had, wist ik dat ik mijn leven anders moest inrichten, om de kans dat ik mezelf nogmaals tot het uiterste zou drijven te verminderen.’
Daarom koos ze er al vóór haar promotie voor om naar Israël te verhuizen. Wat Vogt in het land aansprak – behalve het zonnige weer – was dat ze daar hoofdzakelijk beoordeeld wordt op haar capaciteiten als wetenschapper. Kennis, kennisverwerving en argumentatie nemen in de joodse cultuur een prominente plaats in, zegt ze. ‘Zaken die de hoeksteen van goede wetenschap vormen, liggen hier in de cultuur besloten.’ In Nederland werd ze vaak beoordeeld op haar vrouw-zijn, leeftijd of uiterlijk, vindt ze. ‘Israël ligt al onder vuur zolang het land bestaat. Daarom moeten we altijd alert zijn. Dan kun je je het niet permitteren de helft van de populatie alleen maar de kinderen te laten opvoeden. Vrouwen krijgen hier net zo goed alle kansen.’
Inderdaad heeft het Technion alles gedaan om het Vogt naar de zin te maken. ‘Als ik in Nederland carrière had willen maken, had ik na mijn promotie eerst een postdoc moeten gaan doen aan bijvoorbeeld MIT of Stanford. Maar dat wilde ik niet. Ik had het gevoel dat ik klaar was voor een eigen onderzoeksgroep. Dat werd hier onmiddellijk opgepakt.’

Oorlog
Natuurlijk is ze intens verdrietig over de huidige oorlog tussen Israël en Hamas. ‘Iedereen in Israël kent wel iemand die is vermoord op 7 oktober 2023, en niemand wil deze oorlog; iedereen wil vrede. Ik weet niet wat wijsheid is. De situatie is zo complex. Je kunt er op allerlei verschillende manieren naar kijken.’
Ondanks de oorlog voelt ze zich in Tel Aviv op dit moment veiliger dan in Parijs of Amsterdam, steden waar ze kort na 7 oktober op bezoek was. In Israël is de bevolking op alles voorbereid. Het appartementengebouw waar ze woont, heeft zelfs een eigen bunker. ‘Ik spreek Hebreeuws met mijn man en stiefzoontje. Op straat in Parijs durfden we dat niet. Dat vind ik best wel treurig.’
De berichtgeving in de Nederlandse media vindt ze eenzijdig, en ook dat doet haar verdriet. ‘Lang verhaal kort: ik houd me liever bezig met wetenschap.’

Katalysatoren
Net als haar vader houdt Vogt zich in haar onderzoek bezig met katalysatoren, stoffen die (de snelheid van) een chemische reactie beïnvloeden.
Het belang van katalysatoren kan volgens Vogt niet onderschat worden. ‘Katalysatoren beïnvloeden direct ongeveer een derde van het bruto globaal product. In de fossiele industrie zijn ze ook enorm belangrijk, en er is veel geld mee gemoeid. Maar de katalysatoren die wij als mensen vervaardigen, zijn lang niet zo goed als enzymen, katalysatoren die de natuur aanmaakt. We hebben dus nog veel te leren.’
Voor haar proefschrift heeft Vogt de werking van katalysatoren onderzocht. ‘Welke regels liggen er aan een katalytische reactie ten grondslag? Als je die regels goed begrijpt, kun je een betere katalysator maken.’
Tot voor kort werden katalysatoren bestudeerd door in het laboratorium een katalysator te maken, daar een scheikundige reactie mee uit te voeren en vervolgens na de reactie het oorspronkelijke product met het eindproduct te vergelijken. ‘Op basis van die vergelijking probeerden we te extrapoleren wat er in het midden, tijdens de reactie, was gebeurd. Maar dan zie je dus niet hoe zo’n katalysator in zijn werk gaat.’ Vogt is er, samen met haar promotor en andere collega’s, in geslaagd met behulp van een speciale lichttechniek het ‘midden’ van het proces, in dit geval: de verandering van CO2 naar methaan, zichtbaar te maken. Na het doorgronden van de ‘regels’ achter die reactie blijkt het relatief makkelijk om een veel betere katalysator te maken die het bijvoorbeeld mogelijk maakt om CO2 heel goedkoop in vaste vorm voor lange tijd op te slaan.
Ze wil, samen met haar onderzoeksgroep, nog veel meer ‘regels’ van de werking van katalysatoren achterhalen. Gezien het economische belang van katalysatoren wil ze ontdekkingen die ze in het laboratorium doet, opkweken tot startups, zodat ze een daadwerkelijke toepassing krijgen en iets goeds kunnen betekenen voor de mensheid.

 Einde van de stikstofcrisis?
Vogt is optimistisch dat ook de Nederlandse stikstofcrisis op te lossen is door een slim gebruik van katalysatoren. ‘De vorm van stikstof die nu zo veel problemen veroorzaakt, wordt gemaakt door katalysatoren, maar je kunt dat proces ook omkeren. Vroeger hoorde je veel over zure regen. Dat probleem is dankzij katalysatoren in auto’s en olieraffinaderijen grotendeels opgelost. Natuurlijk moeten we kritisch blijven kijken naar onze landbouwmethodes. Maar in principe zou je van al die resten stikstof ook een brandstof kunnen maken. In ons laboratorium werken we, naast CO2, veel met stikstof, en alle reacties komen voor: van stikstof naar ammonia en van ammonia weer terug naar stikstof.’