De J.C. Ruigrok Prijs voor Rechtswetenschappen gaat dit jaar naar de in Roemenië geboren Mara Păun. Zij promoveerde op 15 september 2023 aan Tilburg University op het proefschrift Law and Technology through the Lens of Autopoiesis: An analytical framework for dealing with regulatory disconnection illustrated through the case of the GDPR. Aan het einde van dit interview heeft Mara een persoonlijke boodschap voor de promovendi van vandaag.
Waar gaat je proefschrift over?
Mijn proefschrift gaat over recht en technologie. Uitgangspunt is dat de technologie zich sneller ontwikkelt dan het recht zich kan aanpassen. Dat geldt natuurlijk niet voor alle nieuwe technologieën die op de markt komen. Maar de ontwikkeling van artificiële intelligentie (AI) heeft bijvoorbeeld een wereld van nieuwe mogelijkheden geopend en ook een aantal risico’s en juridische onzekerheden meegebracht; daarom is nieuwe wetgeving noodzakelijk. Het gaat om technologieën die effect hebben op de manier waarop wij mensen handelen én denken. Vragen die gesteld kunnen worden, zijn bijvoorbeeld: hoe zorgen we ervoor dat AI-systemen veilig zijn en mensenrechten respecteren, en: wat vinden wij als maatschappij dat je wel of niet met AI mag doen? Inmiddels hebben we in de Europese Unie de AI-Act.
AI is nu heel populair, maar er zijn ook andere vormen van technologische ontwikkeling die tot vragen hebben geleid. In mijn proefschrift noem ik zoveel mogelijk voorbeelden van nieuwe technologieën die het toen geldende juridische kader onder druk hebben gezet en die vragen hebben meegebracht. Je kunt daarbij denken aan computers, maar er zijn ook technologische ontwikkelingen die niet digitaal zijn, zoals nanotechnologie en genetische manipulatie. En als we naar ons dagelijks leven kijken… De veronderstelling is dat er altijd een mens achter het stuur zit, maar misschien heeft iedereen in de toekomst een zelfrijdende auto. Hebben we dan nog wel rijbewijzen nodig? En wie is er verantwoordelijk in geval van een ongeluk?
Sommige nieuwe technologieën zetten de bestaande wettelijke kaders onder druk en kunnen leiden tot een mismatch tussen de aannames die in de wet verankerd liggen en de nieuwe sociaal-technologische context. De gevolgen daarvan hebben invloed op de manier waarop het wettelijke kader functioneert.
Deze mismatches kunnen door verschillende partijen geïdentificeerd worden, zoals rechters maar bijvoorbeeld ook burgerrechtenorganisaties. Vervolgens moet de wetgever dit oppakken. Maar waar de mismatch in de wet- of regelgeving precies zit, hoe complex die is en wat de gevolgen ervan zijn – dat zijn vragen die beantwoord moeten worden vóór de wetgever aan de slag kan met het aanpassen van het huidige kader. In mijn proefschrift heb ik een analysemodel ontwikkeld dat in deze fase een bijdrage kan leveren.
Het klinkt als onbegonnen werk…
Het complexe van technologische veranderingen is dat ze zo snel gaan. De situatie verandert voortdurend. Daardoor is een mismatch moeilijk te voorkomen. Wel kunnen we proberen de frequentie en impact van dit soort mismatches te verminderen door verschillende strategieën te gebruiken om het rechtssysteem toekomstbestendiger te maken.
Voor mijn onderzoek heb ik, op basis van bestaande literatuur, verschillende van dit soort strategieën op een rij gezet. Deze strategieën hebben voor- en nadelen en richten zich op verschillende aspecten van de kloof tussen recht en technologie. Voor je een strategie kunt toepassen, moet je eerst het probleem goed in kaart hebben gebracht. In mijn proefschrift reik ik hiervoor een analytische kader aan, dat is gebaseerd op het idee van autopoëse, een begrip uit de systeemtheorie.
Ik beschouw recht en technologie als twee zelfstandige autopoëtische systemen, met eigen grenzen en eigen interne mechanismen. Deze opvatting heeft me geholpen tot nieuwe theoretische inzichten te komen en op een nieuwe manier naar de kloof tussen recht en technologie te kijken. Mijn analytisch kader is uiteindelijk zonder al te veel theoretische kennis te gebruiken. Ik heb een vragenlijst opgesteld die de wetgever, rechters, burgerrechtenorganisaties of academici kunnen gebruiken om het huidige juridische kader in het licht van een nieuwe technologische ontwikkeling te analyseren, de mismatch in kaart te brengen en vervolgens passende oplossingen te vinden.
Heb je je analytisch kader ook zelf in de praktijk getoetst?
Inderdaad, ik heb het uitgeprobeerd aan de hand van de Algemene verordening gegevensbescherming, de AVG, en daarmee geef ik ook een illustratie van hoe je het zou kunnen gebruiken.
Zie je nog meer toepassingsmogelijkheden?
Ik ben nu samen met een collega bezig mijn analytische kader toe te passen op milieurecht en energierecht. Ik vind het leuk om met collega’s samen te werken. Dankzij hen kan ik mijn kader binnen verschillende contexten toepassen. Ik denk dat het kader ook gebruikt kan worden om verschillende rechtsgebieden van elkaar te laten leren. Ik heb zelf natuurlijk niet de diepgaande kennis om mijn kader op verschillende rechtsgebieden toe te passen. Daarom vind ik team science zo belangrijk, net als een interdisciplinaire aanpak, zowel binnen het recht als daarbuiten.
Zou je nog iets willen toevoegen?
Graag. Ik vind het een grote eer om voor mijn proefschrift deze prijs te ontvangen. Maar ik weet dat er promovendi zijn die onzeker worden als ze zoiets horen en die daardoor aan zichzelf gaan twijfelen. Ik wil het daarom ook hebben over de andere kant. Ik ben in de eerste jaren van mijn promotietraject erg op zoek geweest naar ‘het idee’. Wat kon ik vertellen wat anderen nog niet verteld hadden? Ga ik wel voldoende naar congressen, probeer ik wel voldoende te publiceren? Hoe krijg ik mijn proefschrift op tijd af? Nou ja, dat laatste is niet gelukt. Het idee voor dit proefschrift kwam pas toen ik verplicht moest stoppen en een stap terug moest doen omdat ik ziek werd. Opeens was alle druk weg en had ik ruimte om na te denken. Toen pas klikte er iets.
Wat ik andere promovendi zou willen meegeven, is om geduldig te zijn en de tijd te nemen om na te denken, ook als het niet productief voelt. Dat vergeten we soms. Ik heb ontzettend veel geluk gehad met mijn promotoren, die mij mijn eigen weg hebben laten kiezen. Creatief zijn kan niet onder druk. Achter elk succes gaan uitdagingen schuil, en moeilijke momenten. Dat mag wel wat meer bespreekbaar gemaakt worden.