Wim Drees Seminar

Prijsuitreiking

Museumbezoek H’ART Museum

NB. Het maximum aantal inschrijvingen voor deze excursie is bereikt. U kunt zich nog aanmelden, en komt dan op de reservelijst. In geval van afmeldingen ontvangt u bericht en kunt u alsnog deelnemen.

 

Herfstdebat

Martinus van Marum Prijs, Keetje Hodshon Prijs en J.C. Ruigrok Prijs 2023 uitgereikt

Martinus van Marum Prijs, Keetje Hodshon Prijs en J.C. Ruigrok Prijs 2023 uitgereikt

Op 7 juli zijn tijdens een feestelijke bijeenkomst in het Hodshon huis de drie proefschriftprijzen uitgereikt, die jaarlijks door de J.C. Ruigrok Stichting ter beschikking worden gesteld. Het betreft drie prijzen van elk 12.500 euro. De toekenning van deze prijzen is in handen van de KHMW. 

Hieronder leest u meer over de laureaten en hun proefschriften.  

De opname van de livestream is hier terug te kijken. https://youtu.be/MFVyr2bBwWI

 

Trots en blij: laureaten Dr. Elham Fadaly en Dr. Katharine Frederick, Dr. Simone Dobbelaar (die namens laureaat Dr. Michelle Achterberg de prijs in ontvangst nam), te midden van bestuursleden van de J.C. Ruigrok Stichting, bestuursleden van de KHMW en de juryleden, die de laudatio voorlazen.

 

 

Martinus van Marum Prijs 2023 - exacte wetenschappen

De Martinus van Marum Prijs, in 2008 ingesteld ter bekroning van onderzoek in de natuurwetenschappen en techniek, is in 2023 toegekend voor onderzoek op het gebied van de exacte wetenschappen (wiskunde, informatica, natuurkunde en sterrenkunde).

Laureaat is Dr. E.M.T. (Elham) Fadaly, met haar proefschrift ‘Epitaxy of Hexagonal SiGe Alloys for Light Emission’. Zij promoveerde in april 2021 aan de TU Eindhoven. De laudatio werd voorgedragen door jurylid Prof. dr. ir. T.H. (Tjerk) Oosterkamp, hoogleraar experimentele natuurkunde Universiteit Leiden

Bekijk het juryrapport

Lees ook het interview met Dr. Elham Fadaly hieronder.

 

Keetje Hodshon Prijs 2023 - historische wetenschappen

De Keetje Hodshon Prijs, in 1981 ingesteld ter bekroning van onderzoek op het gebied van de geesteswetenschappen, is in 2023 toegekend voor onderzoek op het gebied van de historische wetenschappen.

Laureaat is Dr. K.R (Katharine) Frederick met haar proefschrift  ‘Deindustrialization in East Africa:Textile Production in an Era of Globalization and Colonization, c. 1830-1940’. In mei 2018 promoveerde zij aan Wageningen University & Research. Jurylid Prof. dr. C.C. (Carla) van Baalen, emeritus-hoogleraar parlementaire geschiedenis en oud-directeur Centrum voor Parlementaire Geschiedenis Radboud Universiteit las de laudatio voor. Bekijk het juryrapport

Lees ook het interview met Dr. Katharine Frederick hieronder.

 

J.C. Ruigrok Prijs 2023 - gedragswetenschappen

De J.C. Ruigrok Prijs, in 1984 ingesteld ter bekroning van onderzoek op het gebied van de maatschappijwetenschappen, is in 2023 toegekend voor onderzoek op het gebied van de gedragswetenschappen.

Laureaat is Dr. M. (Michelle) Achterberg, voor haar proefschrift ‘Like me or else… Nature, nurture and neural mechanisms of social emotion regulation in childhood’. Dr. Achterberg is in maart 2020 gepromoveerd aan de Universiteit Leiden. Jurylid Prof. dr. P. (Peter) Hagoort, hoogleraar cognitieve neurowetenschap, directeur Max Planck Instituut voor Psycholinguïstiek, directeur Donders Instituut for Brain, Cognition and Behaviour Radboud Universiteit sprak de laudatio uit. 

Bekijk het juryrapport

Lees ook het interview met Dr. Michelle Achterberg hieronder.
Dr. Simone Dobbelaar, eerder promovendus bij Dr. Michelle Achterberg, nam de prijs namens Dr. Achterberg in ontvangst.

De drie prijzen werden uitgereikt door Prof. dr. Bernet Elzinga, bestuurslid J.C. Ruigrok Stichting. 

 

Bij de proefschriftprijzen hoort ook medaille 'Optime Meritis' van de KHMW. Deze werden uitgereikt door de wetenschappelijk secretarissen van de Hollandsche Maatschappij: Prof. dr. Wim B. Drees en Prof. dr. Ad IJzerman.

 

Interview laureaat Martinus van Marum Prijs 2023 - Dr. Elham Fadaly
Waar gaat je proefschrift over?
“Ik heb het voor elkaar gekregen de lichtemissie uit silicium – waar microchips van worden gemaakt – efficiënt te maken door het materiaal in een nieuwe structuur te dwingen waardoor atomen zich anders ordenen dan in hun natuurlijke vorm. In de oorspronkelijke vorm heeft silicium superieure elektronische eigenschappen en een volwassen verwerkingstechnologie, maar het staat algemeen ook bekend als slecht optisch materiaal. Daardoor is het niet geschikt voor laserapparaten die de basis zouden kunnen vormen voor snel computergebruik en hogesnelheidscommunicatie. Het oplossen daarvan zou een revolutie betekenen, omdat chips daarmee sneller dan ooit zouden kunnen worden.
Ik heb aangetoond dat je de rangschikking van de atomen kunt veranderen van kubisch naar hexagonaal. In controleonderzoeken hebben mijn collega’s de kwaliteit van het gefabriceerde materiaal onderzocht en de topkwaliteit van mijn vinding bevestigd. Nu dat gelukt is, is het aantonen van straling in dit nieuwe materiaal de volgende belangrijke mijlpaal.
Dat zou kunnen leiden tot de ontwikkeling van de eerste silicium-gebaseerde laser of midden-infrarood lichtdetectoren die compatibel zouden zijn met de huidige siliciumtechnologie. Deze lasers zouden dan kunnen worden ingezet in verschillende toepassingen zoals telecommunicatie, LiDAR (laserstralen die de afstand tot een object bepalen), een radar met laser voor zelfrijdende auto’s en chemische sensoren voor medische diagnose of het meten van lucht- en voedselkwaliteit.”
Wat heeft je dissertatie je opgeleverd?
“Door mijn PhD-traject heb ik nieuwe onderzoeksvaardigheden geleerd, maar ook mijn analytische geest en kritisch denken versterkt en nog beter geleerd hoe je dingen die je wilt ontwerpen, kunt benaderen. Het heeft me naar Silicon Valley gebracht waar ik me in mijn baan bij Apple opeens in het hart van de wereldwijde technologische innovaties begeef.”
Wat ga je doen met het prijzengeld?
“Ik wil extra opleidingen volgen om mijn kennis actueel te houden. En ik ga een deel van het bedrag doneren aan Egypt Scholars dat onderzoek, onderwijs en intellectuele groei in Egypte en het Midden-Oosten stimuleert. Deze organisatie bestaat uit gerespecteerde geleerden, onderzoekers en experts uit verschillende disciplines en bevordert samenwerking, kennisuitwisseling en de vooruitgang van de wetenschap. Ze biedt middelen, beurzen en platforms voor wetenschappers om onderzoek te doen, hun werk te publiceren en zich bezig te houden met wetenschappelijke activiteiten die bijdragen aan de ontwikkeling en verrijking van het Egyptische intellectuele landschap.
Ik heb zelf het geluk gehad om prestigieuze beurzen en kansen te krijgen waardoor ik onderzoek kon doen en een rijk netwerk kon opbouwen dat me heeft geholpen om te komen waar ik nu ben. Dat gun ik anderen ook. Vandaar dat ik me ook al tien jaar als vrijwilliger voor hen inzet.”
Interview: Gwen van Loon

Interview laureaat Keetje Hodshon Prijs 2023 – Dr. Katharine Frederick
Waar gaat je proefschrift over?
“Mijn centrale vraag is wanneer en waarom de ambachtelijke binnenlandse textielindustrieën in een groot deel van Oost-Afrika aan het begin van de twintigste eeuw zo snel in verval raakten. Om bloot te leggen waardoor de industrie tot stilstand kwam, heb ik gekeken naar voorbeelden van de-industrialisatie in deze regio en deze afgezet tegen bestaande studies van meer veerkrachtige textielindustrieën in andere delen van Afrika.
Eerdere wetenschappelijke studies wijzen vooral op krachten van globalisering als aanjagers van de industriële achteruitgang, waarbij de nadruk ligt op de ogenschijnlijk verwoestende concurrentie van machinaal vervaardigde geïmporteerde stoffen. Ik betoog dat daar te veel gewicht aan is gehecht. De oorzaken van de-industrialisatie in dit deel van Afrika liggen eerder bij een aantal lokale structurele factoren die in wisselwerking stonden met tijdsafhankelijke externe krachten om de industriële productiemogelijkheden te verminderen.
Daarom heb ik verschillende landen stuk voor stuk onder de loep genomen en gekeken naar overeenkomsten en verschillen. Mijn conclusie is dat het te eenvoudig is te stellen dat de textielindustrie in Oost-Afrika tot stilstand is gekomen, doordat die overspoeld zou zijn door goedkopere textiel van elders. Ik heb empirische bronnen gebruikt om deze aanname te testen en ontdekte dat het verhaal in werkelijkheid veel ingewikkelder is. Dit vraagt om een herevaluatie van de industriële geschiedenis van Oost-Afrika. Dat is een nieuw geluid.”
Wat heeft je dissertatie je opgeleverd?
“Aan de Universiteit Utrecht waar ik al eerder aan verbonden was, was er een collega die zich bezighield met onderzoek naar de textielindustrie wereldwijd. Mijn onderzoek paste daar naadloos in en zodoende kon ik me als postdoc bij Race to the Bottom – mogelijk door een ERC-subsidie – bij de onderzoeksgroep van economische historici in Utrecht voegen. Het is geweldig dat mijn onderzoek opvalt. Eerder won ik met mijn thesis ook de International Economic History Association Dissertation Prize op het World Economic History Congress. Sinds 2020 ben ik benoemd tot assistent professor Geesteswetenschappen in Utrecht bij de vakgroep Economische en Sociale Geschiedenis.”
Wat ga je doen met het prijzengeld?
“Het biedt me de kans om nog meer archiefonderzoek te gaan doen over dit onderwerp. Tijdens mijn dissertatie heb ik al materiaal meegenomen uit Kenia over een latere periode en ik zou graag verder onderzoek doen. Dat kan voor een deel ook via Europese bronnen. Zo kan mijn onderzoek verder in de tijd trekken. Ik wil graag echt iets bijdragen om te begrijpen waarom zo’n immens continent met zo’n grote bevolking blijft worstelen met zijn economische ontwikkeling.”
Interview: Gwen van Loon

Interview laureaat Johannes Cornelis Ruigrok Prijs 2023 – Dr. Michelle Achterberg
Waar gaat je proefschrift over?
“Ik heb gekeken naar de hersenontwikkelingen van kinderen in de late kindertijd in combinatie met sociaal gedrag en vriendschappen en geef een uitgebreid overzicht van de onderliggende mechanismen. Met ons team – wetenschappelijk onderzoek doe je nooit alleen – konden we onthullen dat het netwerk van sociale signalen al aanwezig is in de kindertijd.
Ik ben het meest trots op mijn ontdekking dat de dorsolaterale prefrontale cortex (DLPFC) een belangrijk hersengebied is dat de impulsen van kinderen in de loop van de tijd controleert, omdat het de voorspellende kracht van hersenontwikkeling op toekomstig gedrag benadrukt. Sociale afwijzing kan daarom tot gevolg hebben dat kinderen agressief gedrag ontwikkelen. Deze bevindingen benadrukken de noodzaak om de kindertijd op te nemen in ontwikkelingsmodellen van sociale emotieregulatie.’
Wat heeft je dissertatie je opgeleverd?
“Ik werk inmiddels tien jaar samen met hoogleraar Eveline Crone. Ik begon bij haar als onderzoeksstagiair, daarna promoveerde ik bij haar en we stonden samen aan de basis van het SYNC-lab aan Erasmus Universiteit Rotterdam. Ik werk nog steeds met het lab, maar ben inmiddels ook assistent-professor bij vakgroep Jeugd en Gezin, onderdeel van Psychology, Education and Child Studies (DPECS). Dat past goed in de interdisciplinaire aanpak die ik aanhang. Het is mijn ambitie om met behulp van citizen science fundamentele topwetenschap te combineren met maatschappelijke impact. Mijn onderzoek richt zich op hersenontwikkeling in combinatie met sociaal gedrag en vriendschappen in de late kindertijd. Daarnaast geef ik ook onderwijs en ben ik copromotor van verschillende AIO’s. De beoordelingscommissie meende dat mijn werk tot de top 5% van de wereld behoorde op mijn vakgebied en ik heb inmiddels meerdere onderscheidingen voor dit proefschrift gekregen. Wat de J.C. Ruigrok Prijs fantastisch maakt, is dat deze landelijke prijs is gekozen uit alle inzendingen voor gedragswetenschappen. Mijn interdisciplinaire werkveld valt vaak tussen wal en schip, maar hieruit blijkt dat ons werk door steeds meer partijen wordt gewaardeerd.”
Wat ga je doen met het prijzengeld?
“Dat ga ik besteden aan wetenschapscommunicatie. Ik besteed veel tijd en energie aan het overbrengen van wetenschappelijke bevindingen naar de maatschappij, bijvoorbeeld door interviews, e-magazines en video’s. Dat materiaal kan ik professioneler presenteren als ik het materiaal niet zelf hoef te monteren, maar me primair kan focussen op de inhoud.”
Interview: Gwen van Loon